Leenstelsel: aantal studenten weer op oude niveau
Het aantal eerstejaarsstudenten is dit jaar met 7 procent gestegen en is daarmee weer terug op het niveau van voor de invoering van het leenstelsel. Minister Bussemaker schrijft aan de Tweede Kamer dat ze verwacht dat het herstel de komende jaren aanhoudt.
Vorig jaar daalde de instroom op universiteiten en hbo's nog fors. Volgens Bussemaker was dat verwacht omdat er in het jaar daarvoor nog sprake was van een zogeheten boeggolf: veel jongeren besloten toen vanwege de aanstaande invoering van het leenstelsel geen tussenjaar te nemen maar direct te gaan studeren.
Dat het aantal eerstejaars nu weer stijgt, stemt Bussemaker positief. "Na de roerige tijden rond de stelselwijziging, zien we nu herstel van traditionele deelnamepatronen." Ook de instroom van studenten met een beperking ligt weer ongeveer op het niveau van voor de boeggolf.
Leenaversie
Nieuwe studenten krijgen sinds 1 september 2015 geen studiefinanciering meer, maar kunnen geld lenen. Dat heeft er volgens Bussemaker toe geleid dat studenten meer tijd besteden aan hun studie dan voorheen. "Studenten zijn niet meer gaan werken en er zijn ook niet meer studenten gaan werken."
Bron van zorg blijft wel de aversie die mbo'ers hebben tegen het lenen van geld om door te kunnen studeren aan het hbo. Ze laten zich niet overhalen door een aanvullende beurs of voorlichting. Bussemaker wil samen met studentenorganisaties en onderzoekers bekijken hoe ze iets kan doen aan die afkeer van lenen.