NOS Nieuws

Waarom stemmen we in 2030 nog niet elektronisch?

  • Erika de Joode en Joost Schellevis

  • Erika de Joode en Joost Schellevis

Stemmen in 2030. Het lijkt ver weg, maar minister Ollongren waagt zich in een interview met de NOS vandaag toch aan een voorspelling. "Dan hebben we een véél overzichtelijker stembiljet en tellen we op zo'n manier dat fouten eigenlijk nauwelijks meer voorkomen." Elektronisch stemmen is nog niet aan de orde, denkt de minister.

Het rode potlood blijft dus voorlopig. Wel wil minister Ollongren experimenteren met het elektronisch tellen van stembiljetten. De biljetten zijn dan gewoon van papier, net als nu, alleen kunnen ze met speciale scanners worden geteld. Ollongren vergelijkt het met een "heel groot kopieerapparaat waar de papieren ingaan en ook weer uitkomen". Dat scheelt tijd en maakt bovendien de kans op fouten kleiner.

Hoe werkt het elektronisch tellen van stemmen?

Om elektronisch te kunnen tellen, zijn wel andere stembiljetten nodig. Het huidige formulier is namelijk veel te groot voor een scanapparaat. Minister Ollongren gaat in november modellen van nieuwe stembiljetten testen. Dan zijn er in twaalf gemeenten herindelingsverkiezingen.

Er wordt al lang gesproken over elektronisch stemmen en tellen. Al in 1966 waren er voor het eerst verkiezingen met een stemmachine. En daarna bleven we decennialang stemcomputers gebruiken bij verkiezingen.

Maar met de jaren namen niet alleen de technische mogelijkheden toe, maar ook de dreigingen, bijvoorbeeld van hackers. Daarom stemmen we sinds 2009 weer "analoog", met een rood potlood en papieren stembiljet.

In andere sectoren blijven nieuwe digitale technieken elkaar intussen in rap tempo opvolgen. "Veel mensen vragen zich af: als ik mijn belastingaangifte online kan doen, waarom kan dat dan niet met stemmen?", zegt Ronald Prins, oud-directeur van beveiligingsbedrijf Fox-IT, binnenkort lid van de Kiesraad en eerder lid van een overheidscommissie die elektronisch stemmen onderzocht. "Maar als je belastingaangifte wordt gemanipuleerd, dan gaat er ergens wel een systeem piepen en krijg je een brief op de mat."

Bij verkiezingen is dat niet zo: vanwege het stemgeheim mag niemand - ook de overheid niet - weten wat je stemt. Het stemgeheim ligt zó gevoelig dat er in 2014 zelfs discussie was over het nemen van een selfie met je ingevulde stembiljet.

Bij je belastingaangifte hoef je niet bang te zijn dat een buitenlandse overheid hem manipuleert.

Aankomend lid van de Kiesraad en computerbeveiliger Ronald Prins

Het stemgeheim maakt het bij elektronisch stemmen ook moeilijker om fraude op te sporen. Ter vergelijking: als jouw bank een 'verdachte' transactie ontdekt met je creditcard, kan je bank contact met je opnemen of je kaart blokkeren. Dat komt doordat internetbankieren niet anoniem is, zoals stemmen. Bij verkiezingen waarbij elektronisch wordt gestemd, kan iemand inbreken in het systeem, de stemmen manipuleren en daarna zijn sporen wissen.

Digitale manipulatie

Niet voor niets schreef minister Ollongren vorige maand al in een brief aan de Tweede Kamer dat digitale manipulatie bij elektronisch stemmen niet is uit te sluiten. Volgens haar is inmiddels duidelijk dat "statelijke actoren" de intentie en capaciteit hebben om zich via digitale middelen te mengen in onze verkiezingen. Daarom wil ze alleen gaan experimenteren met het elektronisch tellen van op papier uitgebrachte stemmen.

Computerbeveiliger Prins onderschrijft dat: "Bij je belastingaangifte hoef je niet bang te zijn dat een buitenlandse overheid deze manipuleert. Bij verkiezingen zien we dat in ieder geval één land actief bezig is om verkiezingen digitaal te manipuleren."

Is er dan geen veilige manier om elektronisch te stemmen? Vaak wordt in dit verband blockchain genoemd, de techniek achter bitcoin. Blockchain is een soort digitaal grootboek met daarin de boekhouding van elke economische transactie ooit gedaan.

Maar ook blockchain biedt hier geen soelaas, sterker nog: zéker blockchain niet. Want juist bij blockchain is alles van nature openbaar: je kunt bij bitcoin bijvoorbeeld precies achterhalen vanaf waar en naar welke rekeningen geld wordt overgemaakt. Voor verkiezingen zou dat betekenen dat stemmen aan kiezers kunnen worden gekoppeld.

Uitvoering

Voorlopig experimenteren we dus alleen met nieuwe stembiljetten en een stemmenteller. Computerbeveiliger Prins is positief over dat plan, hoewel volgens hem veel afhangt van de uitvoering. "Computers in het stemproces zie ik niet zitten, maar bij het tellen kan het best." Wel is het daarbij belangrijk dat er steekproeven worden gehouden om te kijken of de computers geen fouten maken, benadrukt hij.

Als dat toch gebeurt, kunnen de papieren stembiljetten altijd handmatig opnieuw worden geteld. Zo'n "paper trail" is er bij internetstemmen en stemcomputers niet. Volgens Rop Gongrijp, oprichter van internetprovider Xs4all en een van de drijvende krachten achter het verdwijnen van de stemcomputers, is de paper trail essentieel. "Met elektronisch tellen kan ik leven, als er maar genoeg met de hand wordt nageteld", zegt hij. Dat moet wat Gongrijp betreft gebeuren door met een willekeurige steekproef uit te kiezen welke stemmen moeten worden nageteld. En ook daar moet weer controle op zijn.

Dit hadden ze vijf jaar geleden al moeten doen.

Hoogleraar computerbeveiliging en stemcomputerscepticus Bart Jacobs

Ook hoogleraar computerbeveiliging Bart Jacobs, in het verleden kritisch over stemcomputers, is positief over het plan. "Dit hadden ze vijf jaar geleden al moeten doen", zegt Jacobs. "Toen waren er al plannen voor elektronisch tellen, maar minister Plasterk van Binnenlandse Zaken wilde eerst onderzoek naar elektronisch stemmen."

Minister Ollongren wijst er nu op dat het doorvoeren van veranderingen in het stemproces ingewikkeld is. "Alles is vastgelegd in de Kieswet. Als je iets wil veranderen, moet je eerst experimenten doen en daarna een wetswijziging doorvoeren. We doen alles stap voor stap. En dat is ook belangrijk, want het gaat echt over onze democratie."

Ook bij stemmentellers is er overigens nog wel een risico op hacken, geeft hoogleraar Jacobs toe. "Maar ze hoeven niet aan het internet verbonden te zijn", zegt hij. "Dat maakt het risico minder groot."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl