'Nee, jij bent een stakker!' Astrid en Willem botsen weer in de rechtszaal
Astrid Holleeder kwam vandaag nog een keer aan het woord in de rechtszaal. Het leidde opnieuw tot heftige confrontaties met haar broer.
"Je bent een fantast! Een leugenaar!", roept Willem Holleeder door De Bunker, de extra beveiligde rechtbanklocatie in Amsterdam. "Een parasiet! Stakker!"
"Jíj bent een stakker!" schreeuwt Astrid Holleeder terug vanuit de getuigencabine in een hoek van de zaal. "En een stuk verdriet!"
Rechtbankvoorzitter Frank Wieland probeert de boel te sussen. "Het peil zakt, laten we dit nou niet doen."
Geheime opnamen
Aanleiding zijn de geheime opnamen die Astrid maakte van gesprekken met haar broer en anderen. Net als in eerdere verhoren, legde ze ook vandaag nog eens uit hoe stressvol die periode was. Astrid was niet alleen bang dat haar broer erachter zou komen, ze was ook bang voor het Openbaar Ministerie. Justitie zou de tapes bijvoorbeeld bij een huiszoeking kunnen vinden.
Astrid: "Ik heb zat meegemaakt met hun [het OM, red.]. Ze hebben me jarenlang lastiggevallen, alleen maar omdat ik de zus van Wim ben. En dan moet ik denken: dat zijn leuke mensen waar ik wat mee kan? Ik werd paranoia van die gasten. Ik dacht constant: wat als zij het vinden? Komt het op internet? Ben ik de lul? Gaan ze me vermoorden? Het is geen leuk avontuurtje geweest, het was gewoon stress."
Nadat ze had besloten om de strijd aan te gaan tegen haar broer, belandde ze in een getuigenbeschermingsprogramma. In een emotionele tirade richt ze zich opnieuw tot Willem Holleeder: "Je hebt me tussen vier muren gezet. Ik zit de hele dag op een bovenverdiepinkje in een studentenflatje. Je hebt mijn leven verwoest. En nog weet ik eruit te komen. Ik kan boeken schrijven, hoe vind je dat?"
Ga maar kapot in de gevangenis, omdat je iedereen verraaien hebt!
Als iemand een parasiet is, dan is het haar broer, vindt Astrid. "Jij had gastheren, jij profiteerde van mensen. En nu zijn ze dood." Woedend: "Ga maar kapot in de gevangenis, omdat je iedereen verraaien hebt!"
Astrids woede krijgt ook de overhand als de moordpoging op Cor van Hout in 1996 weer ter sprake komt. Ook zus Sonja Holleeder en haar zoontje waren daar bij.
"Hij heeft op mijn zussie geschoten. Op mijn neefje. Ik zou wel door dit raam [van de getuigencabine, red.] willen vliegen!" Een paar tellen later: "Ik ben nogal temperamentvol."
De rechtbankvoorzitter: "Dat staat u."
Astrid: "Nou, dat vindt niet iedereen."
Liquidaties Van Hout en Endstra
Vandaag stelden het Openbaar Ministerie en Willem Holleeders advocaat Sander Janssen vragen over de liquidaties van Cor van Hout en vastgoedhandelaar Willem Endstra. Maar nog voor Janssen een vraag heeft kunnen stellen, krijgt ook hij de toorn van Astrid over zich heen.
"Ik ben helemaal klaar met jou!", schreeuwt ze. Iemand blijkt een foto van haar kleinkinderen te hebben verstuurd. Wie de foto heeft ontvangen, wie hem heeft verstuurd en waarom is onduidelijk, maar Astrid lijkt het op te vatten als een dreigement dat te maken heeft met haar getuigenis. "Het maakt me pislink en ik pik het niet."
"Suggereert u nu dat ik er iets mee te maken heb?" vraagt Holleeders advocaat verbaasd. "Waarom richt u zich tot mij?"
"Omdat ik dat wil", roept Astrid. Op uitdrukkelijk verzoek van Janssen zegt ze uiteindelijk dat de advocaat erbuiten staat. "Maar ik wil wel dat je het weet", zegt Astrid.
Ik vind het nu te ver gaan, mijn advocaat wordt bedreigd.
Denkt ze dat haar broer er op een of andere manier achter zit? Duidelijk wordt het niet. Maar voor Willem Holleeder is de maat vol. "Ik vind het nu te ver gaan", zegt hij. "Mijn advocaat wordt bedreigd."
Levensverzekering
Astrid reageert met nog een paar boze woorden. "Hij [Willem Holleeder, red.] heeft veel meer gedaan dan wat iedereen denkt, maar daar ga ik het niet over hebben. Dat is mijn levensverzekering. Als er iets met mij gebeurt, mijn kinderen of mijn kleinkinderen, dan komt alles op tafel."
Tumultueus wordt het ook als Astrid Holleeder suggereert dat haar broer destijds in bescherming is genomen door een officier van justitie. Die zou er meerdere keren voor hebben gezorgd dat hij niet werd vervolgd. Holleeder ontkent en daagt zijn zus uit een naam te noemen.
Astrid: "Als jij toegeeft dat je Cor hebt vermoord, dan noem ik een naam."
Holleeder: "Je bent een leugenaar. Een politie-informant. Smeerkees."
Na meer bekvechten tussen getuige, verdachte en advocaat besluit de rechtbank dat Astrid de naam van deze "platte" officier van justitie achter gesloten deuren moet noemen. Of daar nog verder onderzoek naar volgt, is de vraag. De rechtbank leek het niet erg relevant te vinden voor de rechtszaak tegen Holleeder.
'Fokking monster'
Aan het einde van de dag barst Astrid in tranen uit. Het leven als getuige valt haar zwaar. "Ik zou het iedereen afraden. Doe het vooral niet."
De suggestie van haar broer dat ze deze stap maakte om er zelf geld aan over te houden, maakt haar opnieuw ziedend. "Denk je dat ik dit doe om geld? Denk je dat ik gestoord ben?"
Holleeder, droogjes: "Ja."
Astrid: "Zegt hij nou ja? Je bent gewoon een fokking monster. Ik had je een kogel door je kop moeten jagen."