'Mensen in Nederland zien nu dat Emmen niet alleen maar een dom dorp is'
20 Mei. Sparta-FC Emmen: 1-3. De kasteelheren blijven verslagen achter in Rotterdam en het Raadhuisplein in Emmen stroomt vol met meer dan tienduizend fans. Geen Drent lijkt nog te geloven dat ze nu eindelijk niet meer op vrijdagavond naar Waalwijk of Helmond hoeven.
De promotie van FC Emmen is niet alleen een voetbalfeest, maar lijkt wel een bevrijding voor een regio die zichzelf niet altijd serieus genomen voelt. Of zoals een restauranthouder in het nabijgelegen Barger-Compascuum het verwoordde: "Nu zien de mensen in Nederland eens dat Emmen niet alleen maar een dom dorp is, maar een echte stad en dat er ook nog mooie dorpen in de omgeving zijn."
Vertrouwde schulp
Terwijl de slingers van het promotiefeest zijn opgeruimd en de ballonnen lek geprikt, lijken veel mensen in de regio weer in hun oude vertrouwde schulp te willen kruipen. Waar voorzichtigheid en zuinigheid boven alles gaan.
"Een seizoen eredivisie en dan gaan we er weer uit", hoor je in Zuidoost-Drenthe veel. Daar wil de clubleiding van FC Emmen niets van weten. Handhaving is het doel. Emmen-directeur Wim Beekman ziet een scenario als in Zwolle wel zitten: binnen enkele jaren van de Jupiler League naar de bekerfinale.
"Wij moeten zorgen dat we 35 punten halen", klinkt het strijdvaardig voorafgaand aan de eerste training van het seizoen.
Aan de rand van het hoofdveld, voor tribunes met vernieuwde stoeltjes, kijken directeur Beekman - licht hemd, kort haar in de gel, montuurloze bril met rode poten - en voorzitter Ronald Lubbers - donker jasje, sigaret tussen de smalle lippen - tevreden toe.
Poort open
Er waren jaren dat ze op de eerste training zo ongeveer alleen stonden te kijken en elkaar aanstootten: "Is de poort wel open?" Vandaag kijken enkele tientallen fans verwachtingsvol toe en snorren meerdere cameraploegen langs de lijn. De seizoenkaarten vlogen over de toonbank en de club verwacht iedere thuiswedstrijd een volle tent met ruim achtduizend fans.
Zo'n 25 spelers hobbelen op deze frisse zomerochtend over het veld. De eerste ballen worden wat onwennig langs de gewenste speler geschoten, maar er is hoop.
Met voormalig Heerenveenspeler Caner Cavlan, Zwolle-middenvelder Wouter Marinus en de van Lokeren gehuurde Luciano Slagveer haalde de club drie spelers met eredivisie-ervaring binnen.
Anco Jansen, smaakmaker van het vorig seizoen, bleef de club trouw. Een spits ontbreekt nog. Meerdere goalgetters lieten Emmen links liggen. FC Emmen mag dan een eredivisieclub zijn, maar veel spelers zijn bang voor een lange degradatiestrijd en worden niet heel enthousiast van de beperkte financiële middelen in Emmen.
De directeur en de voorzitter zijn reëel: meer zit er niet in voor een club die na verschillende bijna-faillissementen de laatste jaren eindelijk het lek boven heeft. Met onder meer steun van diverse vermogende lokale mensen en een recente injectie van de provincie. Liever voorzichtig dan roekeloos.
Waar Emmen op moet letten? "Dat je niet te veel uitgaven doet waar je twee tot drie jaar last van hebt", zegt directeur Beekman.
De eerste meevaller is al binnen. Wout Weghorst verkast naar Wolfsburg en daar profiteert Emmen van. De spits speelde twee jaar in Zuidoost-Drenthe en voor ieder jaar krijgt de club een half procent van de transfersom, rekent de directeur voor. Met een gemeld transferbedrag van zo'n 10 miljoen euro is dat een al gauw een tonnetje. Mooi meegenomen.
Eerste divisie
Veel in Emmen herinnert nog aan de Jupiler League. Het sponsorbord waarvoor de spelers worden geïnterviewd draagt nog de naam van het biermerk en in de sponsorbar op de eerste verdieping zie je overal die kenmerkende stier en de vetgedrukte naam van de brouwer.
In die sponsorruimte houdt directeur Beekman even in voor een raam met de gestileerde afbeelding van Bas Dost, ooit speler in Emmen. Iets verderop hangen culticoon Martin Drent, clubtopscorer Michel van Oostrum en René Grummel, tegenwoordig assistent-trainer. Beekman kijkt trots naar de foto's. Hij noemt nog de naam van Jürgen Locadia, wel ooit jeugdspeler hier, niet op de ramen te zien.
"Misschien zit het hier wel in de aardappelen', zegt de directeur, "want er komen hier best wel veel grote talenten vandaan."
De huidige lokale talenten, spelers als Emil Bijlsma en Glenn Bijl, werken zich een verdieping lager in het zweet. De jonge Rob Deiman gaat met een vertrokken gezicht en een hand aan zijn linkerknie van het veld. De eerste tegenvaller, al blijft het optimisme vandaag nog overheersen.
De eerste wedstrijd, begin augustus uit tegen ADO Den Haag, daar wordt in Emmen erg naar uitgekeken. Als trainer Lukkien de vraag krijgt of dat een mooie uitdaging is, een pot tegen een concurrent, trekt hij met zijn mond een korte grimas en komen er rimpels van verbazing op zijn voorhoofd: "Mooi compliment dat je de nummer zeven van de eredivisie als concurrent van Emmen ziet", zegt hij koel.
De trainer is realistisch, maar niet van plan de bus voor het doel te parkeren: "Wij gaan proberen te voetballen, ik denk dat het goed bij ons past en dat we in staat moeten zijn om erin te blijven."
En als dat lukt, wordt niet alleen het team, maar een hele regio opnieuw euforisch.