Facebook was 'te optimistisch' over bouwen eigen internetdrones
De internetdrones waarmee Facebook dunbevolkte gebieden wil voorzien van internet, worden niet verder ontwikkeld. Een opvallende zet voor een bedrijf dat zich als doel heeft gesteld om iedereen op de wereld met elkaar te verbinden.
De ontwikkeling van de drones, die van Facebook de naam Project Aquila meekreeg, was sinds 2014 gaande. Toen nam het sociale netwerk voor ruim 13 miljoen euro een Brits bedrijf over dat werkte aan drones met zonnecellen. Die vangen het zonlicht van boven het wolkendek op, waardoor ze minder vaak hoeven te landen. Een jaar eerder had Google een zelfde soort project gelanceerd.
Via een combinatie van satellieten, de internetdrones en lasers wilde Facebook de mobiele internetverbinding naar beneden stralen. Waardoor dunbevolkte gebieden in bijvoorbeeld Afrika opeens toegang zouden krijgen tot internet. Het is onderdeel van de langetermijnstrategie van Facebook-topman Mark Zuckerberg om mensen die nu geen toegang hebben tot internet daar wel mee te verbinden.
Technologiesite WIRED maakte in 2016 deze video over Project Aquila
Dat klinkt als een heel nobel doel en Facebook is een van de weinige bedrijven dat daartoe de middelen en motivatie heeft. Maar die motivatie is tweeledig: het bedrijf hoopt de stijging van het aantal internetaansluitingen gepaard zal gaan met een stijging van het aantal Facebook-gebruikers. De groei van het sociale netwerk zit in het westen van de wereld aan zijn limiet en via dit soort nieuwe oplossingen hoopt het bedrijf verder te groeien.
Complexe ontwikkeling
"Ik denk dat ze eindelijk doorhebben dat de ontwikkeling hiervan toch een stuk complexer is dan ze hadden gedacht", zegt luchtvaartdeskundige Joris Melkert van de TU Delft. "De indruk die van tevoren werd gewerkt, was dat het gegarandeerd een succes zou worden, maar dat valt nu dus tegen. Ze zijn te optimistisch geweest", concludeert hij.
Dat de ontwikkeling met vallen en opstaan gepaard ging, bleek in 2016. Toen kwam naar buiten dat een drone bij een test was gecrasht. Niemand raakte gewond, maar het was wel een smet op de ontwikkeling. "Natuurlijk, crashes horen bij het testen", zegt Melkert. "Maar zo gaat de ontwikkeling niet bij Airbus of Boeing, die kunnen zich dat soort incidenten niet veroorloven."
In de blogpost waarin het stopzetten wordt aangekondigd, benadrukt Facebook dat dit niet het einde is van het brengen van internet naar dunbevolkte gebieden. In plaats van dat het zelf een drone ontwerpt, gaat het nu samenwerken met bedrijven als Airbus die veel meer ervaring hebben met luchtvaart.
De samenwerking met dat soort partijen noemt Melkert een logische stap. "Zij hebben een lange historie en veel meer praktische ervaring." De luchtvaartdeskundige denkt wel dat dit Facebook een hoop geld kan gaan kosten.
Concurrent: Project Loon
Facebook is niet het enige Amerikaanse techbedrijf dat bezig is met de ontwikkeling van vliegtuigen die afgelegen gebieden moeten voorzien van draadloos internet. Google, dat op advertentiegebied geldt als de grote concurrent van het sociale netwerk, heeft Project Loon waarmee het ballonnen ontwikkelt die in bepaalde gebieden kunnen worden opgelaten.
De ballonnen zijn stukken makkelijker te ontwikkelen, zegt Melkert, maar hebben tegelijkertijd ook een nadeel: ze zijn minder goed te sturen. "Er zitten dus wel technische haken en ogen aan."
De internetgigant is er sinds 2011 mee bezig. Twee jaar later werd het project officieel gelanceerd en de eerste test uitgevoerd (de foto hierboven is van dat moment).
Eind vorig jaar zorgden deze ballonnen ervoor dat in Puerto Rico, dat zwaar getroffen was door de orkaan Maria, 100.000 mensen weer toegang hadden tot 4G-internet (op een bevolking van 3,5 miljoen). Eerder dat jaar, in mei, zorgden de ballonnen voor een internetverbinding in overstroomde gebieden in Peru.