Het komt voor Erdogan even niet vanzelf
Het is anders dan anders. Daar zijn Turken het deze dagen wel over eens. Een verkiezingsrace in Turkije is niet zo spannend geweest, sinds president Erdogan in 2002 aan de macht kwam. Zijn aankondiging van vervroegde verkiezingen heeft de oppositie wakker geschud. Ontwaakt uit een lange winterslaap. Erdogan zelf blijft de grote kanshebber, maar het komt dit keer allemaal niet vanzelf.
En de spanning komt mogelijk in tweeën: eerst volgende week zondag de 24e, dan kiezen Turken een nieuw parlement en een nieuwe president. En dan, als geen van de presidentskandidaten meteen boven de 50 procent komt, twee weken later op 8 juli een tweede ronde. Waarbij de nummers één en twee het tegen elkaar opnemen: in dat geval vrijwel zeker Erdogan en een van zijn uitdagers.
Bij winst heeft Erdogan zijn grootste politieke project voltooid: president binnen een door hemzelf ontworpen presidentieel systeem, waarin de macht zich concentreert rond een persoon. Deze verkiezingen bepalen de richting die Turkije de komende jaren opgaat: terug naar een parlementaire democratie, of nog verder terug, naar een staat die voor een groot deel geleid wordt door één man.
Tot en met dinsdag kunnen Turkse Nederlanders al stemmen, bij stembureaus in Amsterdam, Den Haag en Deventer. Een overzicht van de campagne tot nu toe.
Oppositie lekker in de wedstrijd
Het meest opvallende verschil met alle verkiezingen onder Erdogan tot nu toe is dat de oppositie verbazingwekkend lekker in zijn vel zit. Twee uitgesproken tegenkandidaten voor het presidentschap toeren in een ongekend tempo door het land. Ze houden twee, soms drie grote rallies per dag.
'IJzeren dame' en oud-minister van Binnenlandse Zaken Meral Aksener stichtte de Iyi Parti, letterlijk vertaald de 'Goede Partij'. Haar opmars vormt een directe bedreiging voor president Erdogan.
De potentiële achterban van Aksener is voor een deel dezelfde: conservatief, rechts, nationalistisch. Erdogan lijkt haar om die reden te vrezen, blijkt ook uit het feit dat Aksener nagenoeg onzichtbaar is in regeringsgezinde media (80 tot 90 procent van de media in het land).
Maar de man van het moment is misschien nog wel meer Muharrem Ince, de kandidaat voor de oude republikeinse machtspartij CHP. Die partij heeft een zwalkend profiel, ergens links van het midden en seculier, maar Ince heeft de CHP in twee maanden tijd weer kleur gegeven. Met scherpe uithalen naar Erdogan, een campagne vol humor en plezier en een flinke dosis populisme trekt Ince de aandacht.
Correspondent Lucas Waagmeester ging mee op campagne met oppositiekandidaat Ince. Bekijk zijn verslag:
En dan is er nog die kandidaat die in de cel zit. Selahattin Demirtas maakt geen kans op het presidentschap, maar de leider van de voornamelijk Koerdische HDP trekt wel de aandacht. Vooral negatieve aandacht voor de AKP. Het beeld doet genoeg: de president heeft het land op een punt gebracht waar een van zijn politieke rivalen campagne voert van achter de tralies.
Erdogan flets
Daarbij komt dat de doorgaans oersterke AKP-machine deze campagne juist lijkt te haperen. Waar de partij normaal in verkiezingstijd domineert, heeft de AKP nu geen antwoord op de satire en bittere kritiek van de oppositie. Vooral de leider zelf is niet in vorm. Erdogan is een vurig spreker die zijn publiek altijd weet op te zwepen, al twintig jaar lang. Deze weken oogt hij flets en futloos.
De president doet minder rallies, en leest vaker van een autocue. En toen die uitviel, vorige week in Diyarbakir, stond hij meer dan een minuut lang zwijgend voor zich uit te staren. Een ongewone scène voor de president, en voor zijn toehoorders. Uit foto's en videobeelden lijkt op te maken dat Erdogans verkiezingsbijeenkomsten minder goed bezocht worden dan normaal tijdens campagnes het geval is.
De AKP heeft moeite een centraal narratief te vinden dat nog aanslaat bij kiezers. Het verhaal draait nog altijd vooral om terroristen en het Westen, die de schuld krijgen voor de problemen in Turkije. En de grote bouwprojecten en economische groei die de AKP heeft gerealiseerd.
Maar waar veel Turken nu juist de druk van een haperende economie ervaren, wuift Erdogan dat probleem weg: "Als in ieder huis een koelkast staat, dan gaat het goed met onze welvaart", zei hij afgelopen week. Waarna het op sociale media los ging op de vraag of een koelkast in 2018 nog wel een graadmeter voor economische vooruitgang is.
CHP-leider Ince reageerde dat Turken al wat langer hun voedsel niet meer 'in een holle boom bewaren'. Iedereen heeft een koelkast, zei hij, maar "door het beleid van Erdogan is hij de laatste tijd leeg".
Verliest Erdogan als hij verliest?
Wat dit alles betekent voor de verkiezingsuitslag blijft gissen. Vooral omdat peilingen in het verleden onbetrouwbaar zijn gebleken. Peilbureaus staan onder druk van de regering niet al te negatieve peilingen te publiceren, geven zij off the record aan. En in het klimaat van angst dat heerst in Turkije, is het sowieso de vraag of iedere gepeilde eerlijk antwoord durft te geven.
En dan is er nog de vraag of Erdogan ook echt verliest, als hij verliest. Of heeft hij een truc in zijn achterzak die hem toch opnieuw president zal maken? Het is een reële angst bij de oppositie, die zich vorig jaar na het referendum over de grondwet beklaagde over ongestempelde stembiljetten die plotseling door de Kiesraad werden meegeteld. Fraude, zei de oppositie, maar de regering hield een onderzoek naar die beschuldiging tegen.
Oppositiepartijen, advocaten en burgerinitiatieven zijn nu met een race tegen de klok bezig om tienduizenden mensen op te leiden tot waarnemer in de stembureaus. Maar mogelijk bereiden zij zich voor op de vorige oorlog: na het referendum is de kieswet aangepast en zijn bij instellingen die een eerlijke stembusgang moeten garanderen AKP-loyalisten aangesteld.
Als het de oppositie toch lukt om volgende week tijdens de eerste ronde samen een meerderheid in het parlement te veroveren, zal dat een zware klap zijn voor Erdogans AKP. Het kan een momentum creëren voor de tweede ronde: het besef dat het mogelijk is Erdogan te verslaan.
Tegelijk bezit niemand zo'n krachtige partij, trouwe achterban en politieke sluwheid als de president. Hij heeft het staatsapparaat, justitie en de media grotendeels aan zijn zijde. Winst voor hem is de norm. Verlies zou, zelfs na deze campagne, een grote verrassing zijn.