Actiecomité: vmbo-leerlingen voelen zich nog steeds niet veilig op school
Het veiligheidsgevoel van leerlingen op het vmbo en in het praktijkonderwijs is niet verbeterd, ondanks de Wet veiligheid op school die in 2015 speciaal hiervoor werd ingevoerd. Dat blijkt uit de LAKS-monitor, een tevredenheidsonderzoek van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren onder bijna 75.000 leerlingen van alle middelbare schoolniveaus dat morgen wordt aangeboden aan minister Arie Slob (Onderwijs).
Slechts 56 procent van de scholieren op het vmbo en 48 procent van de leerlingen in het praktijkonderwijs voelt zich veilig, de rest kruiste 'neutraal' aan of voelt zich onveilig (13 procent voor vmbo, 18 procent voor praktijk). Het veiligheidsgevoel is nauwelijks veranderd ten opzichte van 2016, toen het onderzoek ook werd gedaan. De conclusie van LAKS-voorzitter Anouk Gielen: "De wetgeving heeft geen drol uitgehaald."
Verplichte veiligheid
De Wet veiligheid op school schrijft voor dat scholen een pestprotocol naleven, een vertrouwenspersoon hebben en actief in de gaten houden hoe leerlingen de veiligheid op school ervaren. De Onderwijsinspectie controleert hierop, maar zegt in het laatste jaarlijkse rapport "nog geen compleet beeld te hebben van de veiligheidsbeleving van leerlingen".
Hoewel scholen verplicht zijn informatie over veiligheidsbeleving bij te houden en te rapporteren aan de inspectie, doen veel scholen dat nog niet, blijkt uit het inspectierapport Staat van het Onderwijs van 2016-2017. Het rapport komt op basis van andere, oudere onderzoeken uit op een rooskleuriger veiligheidsbeleving dan het LAKS. Dat kan liggen aan hoe de vragen zijn gesteld. Wel zegt de inspectie dat 8 procent van de leerlingen wordt gepest, een getal dat min of meer in lijn is met de cijfers van het LAKS.
'Scholen doen te weinig'
Het pest- en veiligheidsprobleem blijft bestaan, omdat scholen er volgens het LAKS te weinig aan doen. "De intentie om pesten te stoppen is niet genoeg", zegt LAKS-voorzitter Gielen. "In de wet staan allerlei protocollen, maar veel scholen werken een checklist af zonder het probleem echt aan te pakken."
Gielen denkt niet dat alle scholen er met de pet naar gooien. "Er zijn scholen die niets doen, maar er zijn ook scholen die heel graag de veiligheid willen verbeteren en er niet uitkomen. Conclusie is dat er nog een stap extra moet worden gezet. De enige manier voor scholen om dit op te lossen is door met leerlingen in gesprek te gaan. Te vragen hoe zij het op school leuker en veiliger kunnen maken."
Afvoerputje
Ook op andere fronten beoordelen leerlingen van het vmbo en praktijkonderwijs hun schoolervaring slechter dan andere scholieren. Zij zijn negatiever over lessen en leraren en gaan met minder plezier naar school. Dat komt volgens Gielen door het slechte imago van de lagere onderwijsniveaus, zowel bij leerlingen zelf als in de samenleving, en omdat scholengemeenschappen minder investeren in de lagere niveaus.
Gielen: "Onze monitor zet de discussie over segregatie in het onderwijs weer op scherp. Zolang deze onderwijsniveaus het afvoerputje blijven van het onderwijs, gaat er niets veranderen."