Onderhandelaars zijn het eens over cao basisonderwijs
Onderhandelaars van werkgevers en werknemers in het primair onderwijs hebben overeenstemming bereikt over een nieuwe cao. Daarbij is de 270 miljoen euro die het kabinet extra op Prinsjesdag voor het onderwijs heeft uitgetrokken maximaal benut, zeggen ze.
Dat bedrag was niet genoeg om de salariskloof met het voortgezet onderwijs te dichten. Daarvoor is nog eens 560 miljoen euro nodig. De estafettestakingen van de belangengroep PO in actie gaan daarom door.
"Er moet beweging komen vanuit de coalitie en dat is alleen maar mogelijk als wij die actielijn doortrekken", zei Jan van de Ven van PO in actie tegen de NOS. "Want het gaat niet vanzelf komen."
In september zijn de regio's Zuid-Holland en Zeeland aan de beurt. Als het kabinet in de Miljoenennota niet verder aan de eisen tegemoet komt, worden de acties geïntensiveerd.
Reactie minister Slob
Minister Slob van Onderwijs is blij dat de partijen eruit zijn. Zodra de achterbannen hebben ingestemd, wordt de beloofde 270 miljoen euro uitgekeerd.
Het ministerie heeft berekend dat een basisschoolleraar er gemiddeld 8,5 procent op vooruit gaat; dat komt neer op 3100 euro bruto per jaar. Slob verwacht dat de verhoging het komend schooljaar op de salarisstrook zal verschijnen.
PO in actie wijst erop dat oudere leraren er het meest op vooruit gaan, omdat bij hen de kloof met leeftijdgenoten in het voorgezet onderwijs het grootst is. Bij jonge leraren is die kloof kleiner.
Minder lessen uitvallen
De cao bevat nieuwe functiebeschrijvingen met bijbehorende salarissen. Dat heeft tot gevolg dat alle leraren in een hogere salarisschaal terechtkomen. Daarbovenop krijgen de leraren per 1 september een marktconforme salarisverhoging van 2,5 procent, en in oktober een eenmalige uitkering van 42 procent van het nieuwe maandsalaris. Ook komt er een andere regeling voor vervanging bij ziekte, zodat er minder lessen uitvallen.
De nieuwe cao loopt tot 1 maart volgend jaar.