SER: beleid om vluchtelingen aan baan te helpen te versnipperd
Vluchtelingen met een verblijfsvergunning helpen aan een baan: het blijft een moeizame zaak. In een rapport van de Sociaal-Economische Raad wordt vanochtend geconcludeerd dat deze zogenoemde statushouders nog steeds grote moeite hebben om betaald werk te vinden.
Belangrijkste adviezen van de raad: ondersteun ze zo vroeg mogelijk zodat ze in de maatschappij kunnen meedoen, combineer de aanpak met taal, onderwijs en werk en zorg voor continuïteit in de ondersteuning.
"Snelle successen liggen niet voor de hand, zo blijkt uit de praktijkvoorbeelden", reageert SER-voorzitter Mariëtte Hamer. Alleen door middel van op maat gesneden ondersteuning en langdurige begeleiding kan voorkomen worden dat grote groepen statushouders de aansluiting met de arbeidsmarkt mislopen.
In het rapport Vluchtelingen en werk: een nieuwe tussenbalans signaleert de SER dat sprake is van een versnipperd beeld. Lokale en regionale verschillen zijn groot, de initiatieven veelal te kleinschalig en ook is de voortgang niet verzekerd door onvoldoende geld. "Daarom is geld vanuit Den Haag een belangrijke voorwaarde om tot meer succes op dit gebied te komen", aldus Hamer.
Opleidingsbedrijf Bouwmensen Rivierengebied in Geldermalsen heeft al tien statushouders opgeleid voor een betaalde job in de bouw: als tegelzetter, timmerman of metselaar. Zes zijn er momenteel nog in opleiding.
Sleutel tot succes
Volgens directeur Koos Karsijns van het bedrijf is er maar één sleutel tot succes: mensen goed opleiden. "En dat kan niet in drie maanden, nee. Je kunt niet iemand na één kwartaal op de bouw dumpen en dat-ie dan slaagt. Onze opleiding duurt twee tot vier jaar. Ik wil goede mensen afleveren, anders heeft de bouw er ook niks aan."
Met de enorme krapte op de arbeidsmarkt zijn de vluchtelingen uit landen als Afghanistan, Eritrea en Syrië enorm gewild. "In 2015, toen wij met opleidingen begonnen, was dat wel anders", weet Karsijns nog. "We hadden alle tegenwerking die je maar kunt bedenken: de stigmatiserende opmerkingen waren niet van de lucht, koudwatervrees bij aannemers die dachten: 'wat voor volk krijgen we nu over de vloer'. En bonden waren bang dat buitenlanders 'onze' banen zouden inpikken."
Sfeer omgeslagen
Nu is de sfeer heel anders. Karsijns: "Nu staat iedereen te springen om mensen en maakt het eigenlijk niet uit waar ze vandaan komen. En ze zijn super gemotiveerd."
Ook volgens SER-voorzitter Hamer is het daarom nu een kwestie van het ijzer smeden als het heet is. "Er is een ongelooflijke behoefte op de arbeidsmarkt aan krachten en veel statushouders kunnen daarin iets betekenen. Maar dan moet dat wel bij elkaar gebracht worden in plaats van al die initiatieven ze te versnipperen. En dan zal de situatie de komende jaren zeker verbeteren."