Examens in Nederland beginnen 's middags door Caribische eilanden
In Nederland zijn deze week de eindexamens begonnen, maar ook op Nederlandse eilanden in de Cariben gaan de leerlingen op voor hun diploma. De schoolsystemen aan beide zijden van de oceaan zijn vrijwel gelijk aan elkaar en dus ook de examens. Met zes uur tijdsverschil lijkt de opzet fraudegevoelig.
"Maar dat is het niet", zegt Esther Bomberg van het Curaçaose Examenbureau. "Een deel van het Centraal Schriftelijk Examen is identiek aan Nederland en wordt gelijktijdig afgenomen. Nederlands past zich aan en begint 's middags. Op de eilanden is het dan ochtend en beginnen de leerlingen dus vroeg. Je hebt het dan bijvoorbeeld over de vakken Engels, Frans, wiskunde en economie."
Al even zweten
Leerlingen op de Benedenwindse eilanden Aruba, Curaçao en Bonaire doen ook examen in hun moedertaal, Papiaments en de regiotaal Spaans. Examens voor die vakken en voor specifieke vakken die betrekking hebben op de eilanden, worden lokaal ontwikkeld.
"Je moet dan denken aan geschiedenis en aardrijkskunde. Die examens worden een week eerder gehouden, want die hoeven niet afgestemd te worden, ze zijn anders. Onze leerlingen zijn dus al een week aan het zweten, zegt Bomberg."
De lokale examens zijn goedgekeurd door het College voor Toetsen & Examens in Nederland, zodat de havo- en vwo-diploma's gelijkwaardig zijn en eilandkinderen ook kunnen studeren in Nederland. Jaarlijks komen uit Curaçao zo'n 400 bursalen, zoals ze genoemd worden, en gaan naar een Nederlandse hogeschool of universiteit.
Problemen met Nederlands
De gelijkschakeling mag dan goed zijn geregeld, probleemloos is de opzet niet. Dat heeft vooral te maken met de taal Nederlands. Op geen van de eilanden is dat de moedertaal, maar wel de instructietaal op school. Scholieren op Sint-Maarten, Saba en Sint-Eustatius spreken thuis Engels en op Aruba, Curaçao en Bonaire Papiaments.
Voor veel scholieren is de Nederlandse taal een groot struikelblok. De slagingspercentages liggen mede daarom veel lager, soms wel 15 procent lager dan in Nederland.