Ombudsman: mensen krijgen niet de zorg waar ze recht op hebben
Mensen krijgen geregeld niet de zorg waar ze recht op hebben. Dat zegt de Nationale ombudsman in een rapport over het nieuwe zorgstelsel dat in 2015 werd ingevoerd. Van de beloftes die toen zijn gedaan, is volgens hem nog niets terechtgekomen.
Burgers weten vaak niet bij welk loket ze moeten zijn; bij dat van de gemeente, het Rijk of de verzekeraar. Volgens ombudsman Reinier van Zutphen weten de loketten het vaak ook niet. Zo komt het voor dat gemeenten verwijzen naar andere instanties die op hun beurt weer terugverwijzen naar de gemeente.
"Dat hokjesdenken blijft de toegang tot zorg belemmeren. Instanties missen vaak nog wat burgers echt nodig hebben in hun situatie. Burgers krijgen hierdoor geen passende zorg. Dit is al veel te lang het geval, het kan en moet nu snel beter."
Burger centraal?
Met de invoering van het nieuwe zorgstelsel werd beloofd dat de burger centraal zou staan. De gemeenten kregen meer verantwoordelijkheden, omdat die hun inwoners beter zouden kennen en dus beter zouden weten welke zorg iemand nodig heeft. De zorg zou daardoor toegankelijker en meer op maat zijn.
Volgens de ombudsman zijn de regels te ingewikkeld en ervaren burgers een bureaucratische rompslomp. Daardoor lukt het burgers vaak niet of nauwelijks om zorg voor zichzelf te regelen en vallen ze dus buiten de boot.
Dat hokjesdenken blijft de toegang tot zorg belemmeren.
Eerder concludeerden onder meer belangenorganisatie Ieder(in), het Sociaal en Cultureel Planbureau en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving al dat het mensen te moeilijk wordt gemaakt om de juiste zorg te krijgen.
Zo zei Ieder(in) vorig jaar al dat het systeem vol fouten zit en dat langdurig zieken en chronisch gehandicapten aanlopen tegen maandenlange procedures, niet-deskundige ambtenaren en ondoorzichtige regels.
Gemeente of Rijk?
Een bekend voorbeeld zijn ouderen met dementie die nog thuis wonen en op een wachtlijst van een verpleeghuis komen. Zolang ze thuis wonen, worden hun huishoudelijke hulp, dagbesteding en wijkverpleging door gemeenten en zorgverzekeraars betaald. Zodra ze naar een verpleeghuis moeten, vallen ze onder de Wet langdurige zorg (Wlz), waarvoor de Rijksoverheid opdraait. Dat geldt ook als er geen plaats is in een verpleeghuis en mensen op een wachtlijst terechtkomen.
Het gevolg is dat ouderen die op de wachtlijst staan, maar nog wel thuis wonen minder zorg krijgen dan ze nodig hebben. De gemeente zet namelijk de financiering van dagbesteding en hulp in het huishouden stop zodra ze op de wachtlijst staan.
De ombudsman vindt dat mensen in zo'n geval een overbruggingskrediet moeten krijgen. Ook adviseert hij de gemeenten, het Rijk en de zorgverzekeraars minder in hokjes te denken, goed samen te werken en burgers door te verwijzen naar de juiste plek.