'Kabinet moet regie nemen bij overgang zorg naar gemeenten'
Gemeenten moeten snel beter gaan samenwerken op het gebied van jeugdzorg, anders dreigen specialistische jeugdzorgorganisaties te verdwijnen. Dat schrijft de Transitiecommissie Sociaal Domein (TSD) in haar laatste rapport. Die commissie hield toezicht op de zorgtaken die het rijk aan gemeenten heeft overgedragen, maar houdt na dit rapport op met bestaan.
Het kabinet moet volgens de commissie daarnaast meer sturing geven aan de overgang van zorgtaken naar gemeenten.
Volgens de TSD kopen gemeenten te weinig specialistische zorg in, waardoor instellingen voor met name specialistische jeugdzorg dreigen om te vallen. Veel van die instellingen werken voor meerdere gemeenten en zijn kwetsbaar als die onderling geen goede afspraken maken.
Eigen portemonnee
Gemeenten en instellingen werken ook nog te weinig vanuit het belang van het kind, aldus de commissie. Het gevolg is dat vernieuwing niet van de grond komt en ouders en kinderen vaak van het kastje naar de muur worden gestuurd.
TSD verwacht dat het totale budget voor jeugdzorg met een kwart krimpt en een deel van de jeugdzorgorganisaties dus verdwijnt. Op zich is zo’n ‘shake-out’ niet erg, schrijft de commissie, maar dat moet gebeuren op basis van kwaliteit, en dat is niet het geval. De eigen portemonnee en de belangen van de organisaties gaan veelal voor.
Vraag en aanbod in de zorg is een markt, en die markt heeft een marktmeester nodig.
Het ontbreekt gemeenten ook aan lef, zegt commissievoorzitter Han Noten. "Vraag en aanbod in de zorg is een markt, en die markt heeft een marktmeester nodig", adviseert hij gemeenten. "Er zijn ook gedeelde problemen, bijvoorbeeld met de facturering, pak die dan ook samen aan."
Het kabinet moet volgens Noten de regie nemen. Dat het Rijk de vernieuwing van huishoudelijke ondersteuning niet goed begeleidt, noemt de commissie bijvoorbeeld 'onbegrijpelijk'.
"De overgang van zorgtaken naar gemeenten is een gigantische operatie. We hebben het over 390 gemeenten die aan de knoppen zitten en allemaal bezig zijn met het inrichten van de ‘lokale verzorgingsstaat’. Dat was ook de bedoeling. Maar dat gebeurt niet altijd effectief", schrijft de commissie.
Mooie resultaten
Er zou een Rijksprogramma moeten komen dat tien jaar van kracht blijft, met een Rijkscommissaris die kan aansturen en ondersteunen. "Die kan dan serieus werk maken van bijvoorbeeld nieuwe opleidingen en nieuwe vormen van toezicht."
Noten is, ondanks alle risico’s, positief. "Werken vanuit de zorgvraag van een gezin op wijkniveau levert mooie resultaten op. De jeugdzorg functioneerde hiervoor ook niet optimaal en ook daar zie ik verbeteringen. Ik zie kansen in het nieuwe zorgstelsel, maar dan moet er wel snel meer sturing en ondersteuning komen."