Hoe oppositie in Turkije nieuwe energie zocht en vond
Hij banjert over het podium, zet een rauwe stem op, zijn speech buldert over het plein. "Hoe ga ik die dure onderwijsplannen betalen? Om te beginnen doe ik alle lampen in het paleis uit!" Er wordt gelachen. President Erdogan wordt op de hak genomen, maar de toon is verder ernstig. "De Turkse politiek heeft een nieuwe taal en een nieuwe hoop nodig. Terug naar normaal, dat is wat Turkije nodig heeft."
De Turkse oppositie heeft de energie gekregen die het lange tijd miste, sinds president Erdogan vorige maand plotseling vervroegde verkiezingen uitschreef. Op 24 juni zijn ze al, parlements- en presidentsverkiezingen. De oude republikeinse machtspartij CHP, die onder Erdogan nooit meer dan 25 procent van de stemmen haalde, schoof de volkse stormram Muharrem Ince naar voren.
En de aanval op Erdogan komt van twee kanten. Ook de rechts-nationalistische 'ijzeren dame' Meral Aksener roept tegen iedereen die het wil horen dat het Erdogan-tijdperk voorbij is. Zij leidt de nieuwe partij Iyi Parti, de 'Goede Partij'. Aksener scheidde zich af van de ultrarechtse MHP, nadat die ging samenwerken met Erdogan.
De campagnes kwamen deze week echt op stoom. We volgden presidentskandidaat Ince in de CHP-campagnebus naar het stadje Rize aan de Zwarte Zee:
Rommelen aan de democratie
Daar, op het plein achter het gouvernementsgebouw, hebben zich na het vrijdaggebed een paar honderd mensen verzameld die hopen op verandering. "De democratie en gerechtigheid zijn door Erdogan gesloopt. Zolang er geen rechtvaardigheid en geen vrijheid is, hebben we niks", zegt een man met een verrookte borstelsnor.
Ondertussen dendert Muharrem Ince door op het podium. "Degenen die het land leiden zeggen dat de economie geweldig gaat. Maar als dat zo is, waarom komen de mensen dan niet rond?"
Een jonge jongen in het publiek staat hevig 'ja' te schudden. "De president is gewoon niet goed genoeg. Het onderwijs zakt weg, maar Erdogan is met andere dingen bezig. Hij is gaan rommelen aan de democratie. Dit is niet echt een democratisch land meer."
De afgelopen tijd was scherpe kritiek op de regering genoeg om in de problemen te komen. Maar met als voornaamste kritiekpunt het gebrek aan democratie, zou Erdogan deze oppositie met meer repressie alleen maar in de kaart spelen. En dus wordt alles gewoon gezegd. "Natuurlijk", zegt een oudere heer met een pilotenbril op. Hij steekt zijn duim in de lucht. "Het kan niemand wat schelen, niemand is meer bang. We zijn alleen bang voor god."
Oude elite
Direct na zijn laatste woorden duikt Ince de campagnebus in, die achter het podium klaar staat. Al rijdend kunnen we hem een paar vragen stellen. Hij blaakt van het vertrouwen in de overwinning. "Bij deze verkiezing zullen onze mensen het juk dat 16 jaar duurde van zich afgooien. De regering zal allerlei spelletjes spelen. Ze zullen stemmen stelen en intimideren. Maar ondanks alles zal ik deze verkiezing winnen."
Vanaf het moment dat hij zijn kandidatuur aankondigde, heeft Ince als centrale boodschap dat hij het land wil verenigen. "Het volk terugbrengen naar de vrede", noemt hij het. "Erdogans grote projecten gaan over afgravingen, kanalen, wegen en bruggen. Mijn grote project is vrede en geluk. Ik wil dat de 81 miljoen Turken, Alevi, Koerden, ongelovigen vrede brengen."
Het probleem voor zijn CHP is het imago. De partij wordt gezien als oude elite, die geen oog heeft voor de problemen van de gewone man. Dat verklaart voor een deel het succes van president Erdogan. "Dat is een totale mythe," is het antwoord van Ince op die kritiek. "Ik ben de zoon van een vrachtwagenchauffeur, ik heb op staatsscholen gezeten en was zelf een onderwijzer."
Erdogan is eerlijk
Ince koos Rize niet zonder reden als een van de eerste stops van zijn campagne. Hier ligt de familiegeschiedenis van president Erdogan. "Je moet de wolf aanvallen in zijn eigen hol", zegt Ince er over. Hij wil de boodschap afgeven dat hij niet bang is voor Erdogan. Turkije is van iedereen, zegt hij, zelfs het conservatieve Rize.
Hoewel in het centrum van het stadje toch vooral Erdogan het beeld bepaalt. Metershoge doeken met zijn gezicht erop hangen bij de moskee en boven de winkelstraat. "Erdogan liegt nooit, hij is eerlijk", zegt een dame met een roze hoofddoek. De achtergrond op haar telefoon is een foto van zichzelf met de president en zijn vrouw. "Ik werk op de Recep Tayyip Erdogan Universiteit in de stad, daarom", zegt ze.
"Hij werkt hard, niet dan?", valt een oudere man haar bij. Hij geeft toe dat een deel van zijn liefde voor Erdogan gaat over woede op de vroegere regering. "Zeventig jaar lang stonden ze op ons hoofd, laat ons nu op hun hoofd gaan staan", zegt hij met een blik waaruit blijkt dat hij het niet letterlijk meent.
Pas echt een dictator
Deze kiezers zijn niet te overtuigen door Muharrem Ince, dat lost een campagnebijeenkomst in de stad niet op. Zeker omdat hij ze verder ook niet makkelijk zal bereiken in de aanloop naar de verkiezingen. "De situatie in de media is inderdaad treurig", zegt hij. "Erdogan is tegelijk op alle kanalen. Ons laten ze vijf of tien minuten zien."
Maar Ince lijkt er niet mee te zitten. De oppositie vertrouwt op de kracht van 'de media van het volk', zoals hij sociale media noemt. "Ik heb vijf miljoen volgers op Facebook en Twitter. Je moet je realiseren dat onze bijeenkomst van vandaag wel degelijk is uitgezonden. Door de mensen in het publiek, met hun telefoon."
"En ik wil strijden met humor", zegt hij. Niet door Erdogan een fascist of dictator te noemen, zoals anderen in de partij wel hebben gedaan. Maar gevraagd naar het belang van deze verkiezingen, komt de felheid toch terug. "Als Erdogan nu wordt gekozen als president binnen deze nieuwe grondwet, dan wordt hij pas echt een dictator. Daarom is dit moment zo belangrijk."