Schadevergoeding voor weduwe mortierongeluk Mali
De weduwe van de militair die twee jaar geleden in Mali omkwam bij een ongeluk tijdens een oefening krijgt een schadevergoeding. Dat bevestigt advocaat Michael Ruperti naar aanleiding van berichtgeving in het AD.
Weduwe Jennifer Schouten en Defensie zijn een bedrag overeengekomen voor de materiële schade. De partner van Schouten, Henry Hoving, kwam op 6 juli 2016 om het leven toen een mortiergranaat ontplofte. Het projectiel zat toen nog in de granaatbuis. Zijn collega Kevin Roggeveld kwam ook om.
Het bedrag - dat niet wordt bekendgemaakt - is voor de materiële schade die de weduwe en haar gezin heeft geleden, zoals het verlies aan inkomen. "Dit deel is nu afgewikkeld en dat is goed", zegt Ruperti. "Jennifer is tevreden met deze eerste stap."
Over de immateriële schade is ze nog in gesprek met Defensie, net als de andere nabestaanden van de omgekomen militairen. Volgens Ruperti heeft minister Bijleveld gezegd dat ze daar graag over wil praten met de nabestaanden van Hoving en Roggeveld. Met de partner van Roggeveld zijn nog geen afspraken gemaakt over een materiële schadevergoeding.
Kritisch rapport
Eind september vorig jaar verscheen een kritisch rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) over het ongeluk. Daarin staat dat Defensie ernstig tekort is geschoten bij het waarborgen van de veiligheid van Nederlandse militairen in Mali. Volgens de OVV deugden de granaten niet en was de acute medische zorg niet op orde.
Schouten deed daarop aangifte en eiste een schadevergoeding van Defensie. "Ik wil gerechtigheid voor wat er is gebeurd", zei ze toen tegen Nieuwsuur. "De persoon die de munitie heeft gekocht en de persoon die besloot de munitie niet te laten testen: ik vind dat zij verantwoordelijk zijn voor de dood van mijn man." De aangifte blijft wel doorlopen.
Toenmalig minister Hennis van Defensie bood haar excuses aan. Kort daarna trad ze af vanwege het onderzoek. Ook de vorige commandant der strijdkrachten, Tom Middendorp, legde zijn functie neer.
In maart deden ook de ouders van Hoving en Roggeveld aangifte tegen Defensie naar aanleiding van het rapport. De nabestaanden was verteld dat een productiefout de oorzaak was van het ongeluk, maar volgens de onderzoeksraad kocht Defensie "in den blinde" granaten en werd het materieel nooit gecontroleerd.
De commissie-Van der Veer, ingesteld door toenmalig minister Hennis, kwam in januari tot dezelfde conclusie als de OVV over falend veiligheidsbeleid bij Defensie.
