Herman Krebbers in 1973
NOS NieuwsAangepast

Herman Krebbers, de 'Hollandse Paganini' en vermaard pedagoog

Violist en vioolpedagoog Herman Krebbers, die afgelopen woensdag op 94-jarige overleed, genoot internationaal groot aanzien als solo-violist. Hij werd ook wel 'de Hollandse Paganini' genoemd, naar de beroemde Italiaanse componist en vioolvirtuoos.

Samen met violist Theo Olof (1924-2012) vormde Krebbers een duo voor het leven. Ook was Krebbers jarenlang concertmeester van het Residentie Orkest en het Koninklijk Concertgebouworkest.

Op zijn tiende jaar gaf hij zijn eerste soloconcert in Ede. Drie jaar later speelde hij het vioolconcert van Johannes Brahms met het Concertgebouworkest onder leiding van Willem Mengelberg.

Ik had een verschrikkelijke jeugd, met ouders die mij dwongen om te studeren en te spelen.

Herman Krebbers in Een Leven Lang

Een wonderkind werd hij wel genoemd. Zelf had hij een hekel aan die term. "Ik had een verschrikkelijke jeugd, met ouders die mij dwongen om te studeren en te spelen, maar de meeste violisten hebben dwingende ouders. Mijn ouders zagen mijn talent", vertelde hij in het NTR-programma Een Leven Lang.

Krebbers studeerde viool bij Oskar Back aan het Amsterdamse Conservatorium van de Vereniging Muzieklyceum. Daar leerde hij ook Theo Olof kennen.

Violisten Theo Olof en Herman Krebbers in 1993

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Krebbers lid van de door de Duitse bezetter ingestelde Nederlandsche Kultuurkamer. Ieder orkest moest zich daar laten registreren en zijn repertoire laten goedkeuren om in het openbaar te mogen optreden. Zo was het bijvoorbeeld verboden Amerikaanse muziek uit te voeren. Na de oorlog kreeg Krebbers hierdoor een speelverbod van twee jaar opgelegd.

Met zijn vriend Theo Olof werd Krebbers in 1950 benoemd tot concertmeester van het Residentie Orkest in Den Haag. Daarnaast was hij vanaf 1956 werkzaam als docent viool aan het Amsterdamse conservatorium. Onder zijn leerlingen bevonden zich de later beroemd geworden violisten als Vera Beths, André Rieu en Emmy Verhey.

Veel van zijn leerlingen wonnen belangrijke nationale en internationale concoursen. Zelf was Krebbers een veelgevraagd jurylid bij concoursen wereldwijd. Ook richtte hij een eigen amateur-concours op voor viool en cello.

In 1962 stopte hij bij het Residentie Orkest om concertmeester van het Koninklijk Concertgebouworkest te worden. Theo Olof maakte een aantal jaren later dezelfde overstap.

Eind jaren 70 maakte een ongelukkige val in het water bijna een eind aan zijn carrière. Zijn schouder en rechterarm raakten ernstig beschadigd toen hij tijdens het aanleggen van zijn zeilboot tussen wal en schip belandde. Na langdurige therapie kwam hij er weer bovenop maar de internationale top haalde hij niet meer. Hij richtte zich sindsdien op lesgeven en jureren.

In 2001 nam hij afscheid van het conservatorium. Bij die gelegenheid kreeg hij de Zilveren medaille van de gemeente Amsterdam voor zijn bijzondere verdiensten voor de stad. Het was de tweede penning die hij ontving. In 1986 had hij al een gouden erepenning van zijn geboortestad Hengelo gekregen en in 1958 werd hij samen met Olof benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Een paar jaar na zijn afscheid verkocht hij zijn Bergonzi-viool aan het Nationaal Muziekinstrumentenfonds, zodat Nederlands talent op de viool kan spelen. De eerste die de oude Italiaanse viool in bruikleen kreeg, was Elisabeth Perry, toenmalig concertmeester van de Radio Kamer Filharmonie. Zij vergeleek het spelen op deze viool met het rijden in een Ferrari.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl