Thessaloniki ziet toename vluchtelingen, koepeltentjes weer van stal gehaald
Conny Keessen
Correspondent Griekenland
Conny Keessen
Correspondent Griekenland
De Griekse autoriteiten en hulporganisaties zijn ongerust over de toenemende stroom vluchtelingen die in het noordoosten de grens tussen Turkije en Griekenland passeren. De Evros-route wordt hij genoemd, omdat ze de grensrivier de Evros moeten oversteken.
In de maand april, zo zegt de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR zijn ongeveer 3000 mensen Griekenland binnengekomen, voornamelijk uit Syrië en Irak. Dat is meer dan die maand op de Griekse eilanden aankwamen. Het registratiecentrum aan de grens kan de stroom niet aan, het detentiecentrum en politiecellen zitten vol. De meeste mensen trekken, of ze nu geregistreerd zijn of niet, verder naar Thessaloniki.
Sinds een paar weken staan er weer tentjes in kamp Diavata ten noordwesten van Thessaloniki. Het is een van de weinige vluchtelingenkampen die zijn overgebleven. Vorig jaar stonden er nog talloze kampen in het noorden van Griekenland, maar die sloten omdat veel mensen onderdak kregen in appartementen en andere vaste huisvesting.
Als je de poort binnenkomt, staan rechts nette containerwoningen met airconditioning, keukentjes en douches waar zo'n 700 asielzoekers al langer wonen. Links, op een grasveld, staan tientallen gekleurde koepeltentjes met de nieuwe vluchtelingen. "Ik schat dat er de laatste weken ongeveer 800 mensen bij zijn gekomen", zegt kampmanager Odysseas Makroskamias. "Ze slapen niet alleen in hun tentjes, ook het activiteitencentrum op het kamp zit vol. En we hebben een paar lege containerwoningen, die vroeger door ngo's werden gebruikt, weer opengesteld."
Kamp Diavata wordt door de overheid gerund. Na een rustige winterperiode lijkt er weer een crisis aan te komen. De nieuw aangekomen mensen, veel families met kinderen, hangen voor het kantoor midden in het kamp om informatie te krijgen over hun asielaanvraag of accommodatie.
We hebben geen geld meer, dat is aan de smokkelaars opgegaan.
De Koerdische Omar zegt dat hij en zijn familie uit het Noord-Syrische Afrin komen. Drie weken hebben ze erover gedaan om vanuit het door het Turkse leger ingenomen gebied in Griekenland te komen. Met zijn broer, moeder en drie kinderen, onder wie een drie maanden oude baby. "We hebben geen geld meer, dat is aan de smokkelaars opgegaan." Ze wachten nu op een beter onderdak.
Ook op het grasveld bij de ingang zijn veel Koerden uit Syrië en Irak. Een Iraakse man uit de buurt van Mosul, Jutiar, vertelt dat hij met zijn familie al een tijd in Istanbul was. Maar hij zegt dat het moeilijk was om daar werk te vinden en dat de Turkse politie zei dat ze maar naar Griekenland moesten gaan.
Anderen laten doorschemeren dat ze zich niet zo veilig voelden in Turkije of toch willen proberen om familie in Europa te bereiken.
Coördinator voor het ministerie van Migratie, Nikolas Rangos, is naar het Diavata-kamp gekomen om de situatie te bekijken. "We zien voortdurend mensen aankomen in Thessaloniki. Het is de eerste stad die ze bereiken zodra ze de grensrivier Evros in het noordoosten zijn overgestoken en zijn vrijgelaten door de politie. We proberen ze eerst hier op te vangen, maar ze zullen ook naar andere kampen in de regio worden overgebracht."
Rangos erkent dat er deze maand in het noorden een flinke toename is vergeleken met voorgaande jaren, en dat dit gevolgen heeft voor de opvang in het Evros-gebied. "We zullen de capaciteit daar moeten uitbreiden, maar ook in de rest van de regio."
Crisismanagment
Hij kan de toename niet direct verklaren. "Het is een combinatie van factoren, denk ik. De geopolitieke situatie in de regio, de situatie in Syrië. De recente gebeurtenissen in Afrin. Waarom ze de noordelijke route kiezen, zou ik de mensen moeten vragen. Maar het klopt dat we daar lang niet zo'n toename hebben gezien."
Nikolas Rangos ziet er niet bezorgd uit, maar is duidelijk druk bezig met plannen. Crisismanagement noemt hij het. "De situatie hier in Diavata is tijdelijk. Zo gauw we een betere accommodatie hebben, gaan de tenten weg. Want we willen niet dat het hier uit de hand loopt."