Hoe zijn we op het punt gekomen dat verward persoon ons verwart?
Carmen Dorlo
redacteur Online
Carmen Dorlo
redacteur Online
Je hebt net een scheiding meegemaakt en bent door alle stress je baan verloren. Je bent kwetsbaar. Je banjert depressief over straat. Buren maken zich zorgen. De politie wordt gebeld.
Je hebt een pistool en rent een supermarkt in. Je schreeuwt dat je mensen pijn wil doen. Je bent gevaarlijk. De politie wordt gebeld.
In beide situaties word je beschreven als 'verward'. Dat lijkt niet te kloppen, toch?
De laatste jaren is het aantal meldingen van mensen met verward gedrag fors toegenomen. Een officiële verklaring daarvoor is er niet, al suggereerde de Rotterdamse politiechef Frank Paauw vorig jaar een verband met bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg. Uit cijfers van Zorgverzekeraars Nederland die vandaag zijn gepubliceerd, blijkt dat verband niet. Volgens de verzekeraars zijn de uitgaven aan de ggz in vier jaar tijd juist met 10 procent gestegen, tot 3,5 miljard euro.
Het stijgende aantal melding is er in ieder geval nog steeds. Deskundige Bauke Koekkoek denkt dat de toename vooral komt door de steeds bredere definiëring van de term 'verward'. Dat zorgt voor verwarring over hoe erg de situatie is", zegt hij.
Koekkoek is crisisdienstverpleegkundige, lector psychiatrische zorg aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en schrijver van het boek 'Verward in Nederland'. De definitie is volgens hem echt te breed. "Er is een groot verschil tussen een kwetsbare vrouw en een gevaarlijke man met een pistool. Beiden worden ze momenteel verward genoemd."
Een groot deel van de 'verwarde personen' zou niet eens in een ggz-instelling terechtkomen.
Bij verwarde personen gaat het veelal om kwetsbare mensen, die te maken hebben met verschillende aandoeningen of beperkingen. Daar vallen mensen met dementie, verslaving, schulden, dakloosheid, een verstandelijke beperking of diabetes onder. Het verwarde gedrag treedt meestal op in combinatie met baanverlies, huisverlies, een scheiding, schulden of andere ingrijpende emotionele gebeurtenissen. "Dit zijn geen gevaarlijke psychiatrische patiënten, ze zijn slechts kwetsbaar", zegt Koekkoek. "Een groot deel van deze 'verwarden' zou niet eens in een ggz-instelling terechtkomen."
Slechts iets minder dan de helft van de bijna 75.000 meldingen per jaar heeft daadwerkelijk psychische problemen. Dat is terug te zien in de declaratiecijfers van ggz-instellingen.
En daar ligt ook meteen de oplossing voor dit complexe probleem, zegt Koekkoek. "Als je het aantal verwarde personen met een psychische crisis afzet tegenover het aantal bedden in de ggz, kun je kijken of er inderdaad een tekort is. Dan breng je de hoeveelheid mensen in beeld die daadwerkelijk iets hebben aan een opvang." Dat moet je combineren met kortere lijntjes, gaat hij verder. "Zodat een wijkagent in een dergelijke situatie makkelijk de ggz kan bellen en niet zelf de professional hoeft uit te hangen."
Verdubbeling van meldingen
De situatie blijft complex, omdat het lijkt alsof twee instanties compleet verschillende cijfers laten zien. "Twee instanties berichten over hetzelfde feit, maar met een andere verklaring", legt Koekkoek uit. "Het verband van de politie tussen bezuinigingen en het stijgend aantal meldingen is net als zeggen: er rijdt een vrachtwagen door de straat en nu heb ik een scheur in mijn huis. Het lijkt met elkaar te maken te hebben, maar er spelen nog meer factoren mee."
Je kunt dit complexe probleem niet verklaren aan de hand van één gezondheidssector, zegt Koekkoek. "Er gebeurt meer. We zaten in een economische crisis, de wijkagent heeft meer taken... Er is een heel scala aan factoren dat deze toename verklaart. Nu moeten we het nog aanpakken."