Vluchtelingen in Indonesië moeten kiezen tussen vrijheid of eten
Duizenden vluchtelingen zitten klem in Indonesië. Ze hebben geen papieren en mogen dus niet werken of studeren. Ze krijgen alleen eten van de Internationale Organisatie voor Migranten. Die krijgt daarvoor geld van Australië, het land waar de vluchtelingen op weg naartoe waren. Maar Australië stopt daar nu mee.
Zonder hulp dreigen ze te verhongeren, want geld hebben ze niet meer en omdat ze niet mogen werken kunnen ze ook niets verdienen. Ze zien nog maar een uitweg en dat is het opgeven van hun vrijheid en zich laten opsluiten in het detentiecentrum van de immigratiedienst.
Bekijk hieronder de reportage van onze correspondent Michel Maas.
In het detentiecentrum wonen 170 vluchtelingen in acht kleine cellen. Ze slapen op karton en de mannen en vrouwen zitten gescheiden. Ze mogen elkaar een keer per week zien. Sommigen zitten er al jaren. Niemand weet hoe lang het nog gaat duren. Toch heeft Ibrahim uit Sudan er alles voor over om zich daar te laten opsluiten.
"Binnen is het beter. Want buiten is er niets", zegt hij. "Als je ziek wordt, ga je dood. Er is niet genoeg eten, water, geen toiletten, niks."
We kunnen alleen maar wachten.
Ibrahim leeft samen met honderden andere vluchtelingen uit landen als Afghanistan, Sudan, Somalië en Iran in een soort zelfgebouwd kamp. Het ligt langs een drukke weg en aan de overkant is het hek met prikkeldraad te zien waarachter het detentiecentrum ligt. Heel dichtbij, maar toch onbereikbaar, want wanneer ze daar naar binnen mogen blijft onduidelijk.
"Morgen, overmorgen, over een week, twee weken, een maand, twee maanden, een jaar, twee jaar... we weten het niet. We kunnen alleen maar wachten."