Grootverbruikers willen van Gronings gas af, maar weten niet hoe snel
Rob Koster
Economieverslaggever
Rob Koster
Economieverslaggever
De industriële grootverbruikers kunnen nog niet garanderen dat ze binnen vier jaar van het Gronings gas af kunnen zoals het kabinet wil. Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat moet daarom waarschijnlijk een slag om de arm houden als hij donderdag bekendmaakt hoe snel de aardgaswinning in Groningen omlaag kan, want het zijn namelijk vooral die grootverbruikers die voor minder gasverbruik moeten zorgen.
Het ministerie heeft met de topvijftig van grootverbruikers inmiddels gesprekken gevoerd en veel bedrijven hebben nog vragen over vergunningsprocedures, beschikbaarheid en prijs van hoogcalorisch gas en de mogelijkheid van overheidssteun bij de overgang naar duurzame oplossingen.
We gingen langs bij twee fabrieken die veel gas verstoken, in het Zeeuwse Sluiskil en Gelderse Renkum, om te kijken hoe zij denken over het afstappen van Gronings gas.
Langs het kanaal van Gent naar Terneuzen, aan de overkant van het dorpje Sluiskil in Zeeuws Vlaanderen, ligt de grootste gasverbruiker van Nederland. De vestiging van het Noorse Yara die in de jaren zestig bekendstond als De Nederlandse Stikstof Maatschappij, is de grootste kunstmestfabriek van Europa. De fabriek gebruikt met 2 miljard kuub op jaarbasis net zoveel gas als ruim 1,3 miljoen huishoudens in Nederland. 20 procent van het gas wordt verstookt in de chemische fabriek, 80 procent wordt "uit elkaar gesleuteld" en omgezet in kunstmestkorrels, vertelt directeur Gijsbrecht Gunter, terwijl hij ons rondleidt langs de ammoniakfabrieken.
75 procent van het gas dat Yara gebruikt is al hoogcalorisch en wordt via een gaspijpleiding aangevoerd vanuit de Belgische havenstad Zeebrugge, de overige 25 procent is nog Gronings gas. Yara heeft net als veel andere bedrijven begrip voor de oproep van minister Wiebes vanwege het aardbevingsgevaar in Groningen. "Wij willen meewerken", zegt Gunter maar het bedrijf onderzoekt nog onder welke voorwaarden dit kan gebeuren.
Zo moet een groot deel van de chemische fabriek stilgelegd en verbouwd worden en dat is een kostbare operatie. Bovendien is er onduidelijkheid over de prijs en leveringszekerheid van het hoogcalorisch gas. Een duurzaam alternatief voor gas is ammoniakproductie via elektrolyse, waarbij elektriciteit met water wordt omgezet in ammoniak. Yara experimenteert hiermee in de vestiging in Australië, maar heeft volgens Gunter nog zeker tien jaar nodig om de overgang van gas naar elektriciteit te maken.
Verduurzaming door over te gaan op groene elektriciteit of aardwarmte uit geothermie heeft de voorkeur van het ministerie. Dat lost namelijk niet alleen het probleem op van verminderde beschikbaarheid van Gronings gas, maar levert ook een bijdrage aan de klimaatdoelen van het kabinet. Maar net als voor Yara is 2022 voor veel andere bedrijven te snel om helemaal van het gas af te gaan.
Papierfabriek
Langs de oevers van de Nederrijn in het Gelderse Renkum ligt de grootse papierfabriek van Nederland. Bij Parenco verbruiken ze 45 miljoen kuub Gronings gas en maken ze dagelijks genoeg papier om Renkum met Valencia te verbinden, vertelt Raymond Jolink, ceo van Parenco.
Het bedrijf wil het gas gaan vervangen door aardwarmte. Het bedrijf vormt samen met andere partijen een van de zeven consortia die met steun van het ministerie werken aan ultradiepe geothermie. Daarmee kan tot 6 kilometer diepte kokend water uit de aardbodem gehaald worden.
Restwarmte
Als het lukt, is dat niet alleen een opsteker voor Parenco, want het bedrijf levert ook restwarmte voor een groot aantal woonwijken in de omgeving. Het antwoord op de vraag of het lukt, laat alleen nog een paar jaar op zich wachten. Omdat ultradiepe geothermie nieuw is in Nederland kosten bodemonderzoek, vergunningen en het uiteindelijke boren nog veel tijd. Bovendien is er geen garantie op succes. Onlangs strandde er nog een vergelijkbaar project in het Westland.
Toch lijkt het in het geval van Parenco logisch om de resultaten van de proef met geothermie af te wachten, want de dichtstbijzijnde hoogcalorische gasleiding waar het bedrijf op aangesloten zou moeten worden ligt 12 kilometer verderop. Een 'tijdelijke' omschakeling van laag- naar hoogcalorisch gas zou een investering van ruim tien miljoen euro kosten. Dat lijkt weggegooid geld, maar aan de andere kant kan de minister zich niet al te veel uitzonderingen permitteren als de aardgaswinning in Groningen terug moet van ruim 21 naar 12 miljard kuub.
Bedrijven hebben begrip voor de bijzondere omstandigheden vanwege de aardbevingsdreiging in Groningen. Tegelijkertijd zijn veel bedrijven er niet van overtuigd dat de rekening voor de omschakeling zuiver en alleen bij de afnemer moet komen te liggen.
Het gas wordt geleverd door Gasterra, dat voor 50 procent eigendom is van Shell en ExxonMobil die ook samen in de NAM het gas oppompen. Net als de andere aandeelhouder, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, hebben zij vele miljarden verdiend aan het 'Gronings' gas. Door meer te investeren in stikstofcapaciteit kan Gasterra hoogcalorisch gas omzetten in laagcalorisch gas.
Stikstoffabriek
Tot nu toe werd er niet geïnvesteerd in zo'n stikstoffabriek, maar daar lijkt nu verandering in te komen. Minister Wiebes stelt voor om honderden miljoenen te investeren in de bouw van zo'n fabriek.
Eerder werd gezegd dat het te lang zou duren om hem te bouwen, waardoor tegen de tijd dat de fabriek klaar zou zijn, hij waarschijnlijk alweer bijna overbodig zou zijn. Het is financieel voor de aandeelhouders van NAM en grootgashandelaar Gasterra ook onvoordelig. Als Economische Zaken, Shell en Exxon gas uit Noorwegen of Rusland moeten kopen en dat omzetten in laagcalorisch gas is dat vele malen duurder dan Gronings gas oppompen.