In een muisstille zaal kijken naar het drama van Utøya
"Noorwegen is verbijsterd, reageert emotioneel maar toch ook gelaten. Ik heb kippenvel op mijn armen." Correspondent Jeroen Wollaars deed zeven jaar geleden verslag van het bloedbad dat de extreemrechtse terrorist Anders Breivik aanrichtte op het Noorse eiland Utøya. Gisteren zat hij in een bioscoopzaal van het filmfestival in Berlijn, waar Utøya 22. juli voor het eerst voor publiek te zien was.
In de speelfilm, die meedingt naar een Gouden Beer, zijn precies zoveel schoten te horen als Breivik op 22 juli 2011 loste. Na beelden van de bomaanslag in Oslo, schakelt de film over naar het fictieve hoofdpersonage Kaja. Ze is met haar zusje op zomerkamp Utøya. De komende 72 minuten zit je op haar huid. Je bent hij haar, ziet hoe tieners in paniek wegrennen en hoe jongeren gedood worden.
De naam van Breivik valt niet één keer tijdens de film. Hij komt slechts een paar seconden als vage schim in beeld. "Zijn kant is de afgelopen jaren al heel vaak belicht. In documentaires gaat het bijvoorbeeld altijd over wat hem dreef", vertelt Wollaars in het NOS-radioprogramma Met het Oog op Morgen. "Je ziet nu voor het eerst alleen de kant van de slachtoffers. Het bloedbad zie je door de ogen van de tieners zelf."
De pers onthaalde de film eerder deze week met applaus én boegeroep. Sommige recensenten vonden de film te kitscherig, anderen vonden het te vroeg om het drama in een fictieve vorm te gieten. Regisseur Erik Poppe zag een deel van de kritiek aankomen. Op een persconferentie die voorafging aan de première zei hij: "Als we wachten tot iedereen vindt dat het moet kunnen, dan is het al te laat."
Het publiek dat met Wollaars meekeek, was gunstiger gestemd dan de pers. "Je kon merken dat iedereen onder de indruk was. Zelfs toen de aftiteling ging lopen was het nog muisstil in te zaal", vertelt hij. Ook Wollaars moest even bijkomen van de speelfilm. Hij zat met kippenvel in de zaal.
In 2011 probeerde hij als correspondent zowel de feitelijke kant als de menselijke kant van de aanslag te belichten. "Maar soms moet je ook ordinair met de redactie bellen over vragen als zijn het nou 69 of 77 doden? Pas nu ik de film zag, besefte ik dat er voor sommige dingen geen woorden zijn."
Hij denkt daarom dat drama bij uitstek een goed medium kan zijn om een verhaal als Utøya over te brengen. Overlevende Ingrid Marie Vaag Endrerud, die Poppe van begin tot eind heeft geadviseerd, denkt er precies zo over. Op de persconferentie nam zij het woord over van de regisseur. "Wat ik op Utøya heb beleefd, valt onmogelijk uit te leggen. Ik kan het alleen van een afstand vertellen, maar een film kan dingen overbrengen die niet in woorden te vatten zijn", aldus Endrerud.