Gouden race Bloemen bezorgt Kramer desillusie op tien kilometer
Sven Kramer is er opnieuw niet in geslaagd de olympische 10.000 meter aan zijn imposante erelijst toe te voegen. Bij zijn vierde poging - in 2006 debuteerde hij op de Spelen - kwam de 31-jarige Fries in Gangneung niet op het podium. Ted-Jan Bloemen is de nieuwe olympisch kampioen.
De 31-jarige Nederlandse Canadees zette in de voorlaatste rit met 12.39,77 een formidabele tijd neer, waar Kramer in de slotrit niet onder kon duiken.
Kramer finishte in 13.01,02. Dat leverde de Fries, die eerder wel voor de derde keer olympisch kampioen op de 5.000 meter werd, slechts de zesde plaats op. Kramer verloor onderweg gaandeweg het uitzicht op een medaille en liet de race in de slotfase lopen. Zijn verzameling olympische plakken blijft daardoor voorlopig op acht staan.
Zilver titelverdediger Bergsma
Zilver ging naar titelverdediger Jorrit Bergsma in 12.41,99, brons was voor de Italiaan Nicola Tumolero in 12.54,32. De 10.000 meter is de eerste schaatsafstand op de Spelen in Zuid-Korea waar het goud niet naar Nederland gaat.
Bloemen zette op de olympische schaatsbaan een race neer die klonk als een Zwitserse klok. Met ongekende precisie draaide hij in eerste instantie zijn rondjes laag in de dertig seconden. In de slotfase versnelde hij - net zoals Bergsma in de voorgaande rit had gedaan - zodanig dat hij de lat extreem hoog legde voor Kramer.
Vier jaar had Sven Kramer uitgekeken naar de dag waarop hij iets recht kon zetten in de schaatswereld. De succesvolste schaatser uit de geschiedenis ging op de Spelen van Pyeongchang maar voor een doel: olympisch kampioen worden op de 10.000 meter. De enige ontbrekende titel op de imposante erelijst van de 31-jarige Fries.
In 2010 kostte hem een foutieve wissel en de daaropvolgende diskwalificatie de titel, vier jaar later schaatste Jorrit Bergsma in Sotsji een droomrace die Kramer te machtig was.
Bloemen de laatbloeier
Op 15 februari 2018 in Pyeongchang ging het opnieuw mis. In de titanenstrijd tussen Kramer, wereldrecordhouder Ted-Jan Bloemen en titelverdediger Bergsma lukte het Kramer opnieuw niet op het ultieme moment toe te slaan. Met het goud van de vijf kilometer al in zijn rugzak, verkeek hij zich op de tijden van Bergsma en Bloemen.
Bloemen is een laatbloeier. Na twee mislukte pogingen zich in Nederland te kwalificeren voor de Spelen van Vancouver (2010) en Sotsji (2014) zocht hij zijn heil in Canada, waar de binnenlandse concurrentie niet zo moordend is en waar schaatsen niet direct op het netvlies van de bevolking staat. In die relatief ontspannen omgeving kwam Bloemen tot wasdom.
Een Nederlandse bondscoach, Bart Schouten, wist bij het wispelturige talent uit Leiderdorp de juiste snaar te raken. Bloemen nam het in zijn jonge jaren niet zo nauw met het leven als topsporter. In Nederland werd hij allround kampioen (2012), maar echt tot de top doordringen lukte hem niet.
Eigenwijze sporter
Een eigenwijze sporter, die veel ploegen versleet en niet veel aannam van zijn coaches, zo stond hij te boek. De discipline die Schouten hem bijbracht, leverde succes op. Bloemen reed op de hooglandbanen van Calgary en Salt Lake City de wereldrecords van Kramer op de 5.000 en 10.000 meter aan flarden en daagde Nederlands beste schaatser uit de geschiedenis daarmee uit.
Op de vijf kilometer moest Bloemen zich op de olympische baan van Pyeongchang nog schikken in een rol op het tweede plan. Een opsteker voor zijn tweede vaderland Canada, dat bij het langebaanschaatsen een moeilijke tijd doormaakt.
Maar het ultieme gevecht zou plaatsvinden op de 10.000 meter, wist ook Bloemen. De Canadese wereldrecordhouder (12.36,30) was op de olympische piste een jaar geleden niet verder gekomen dan de vierde plaats op de WK afstanden.
Kramer toonde zich die dag de beste, in een persoonlijk record nog wel. Donderdag kwam Bloemen veel beter voor de dag. Een dag die Sven Kramer zich nog wel een tijd zal heugen.