Olympisch kampioene Ter Mors: voelde me vooraf al supergoed

Een grote hoeveelheid zelfvertrouwen was de basis voor de olympische titel van Jorien ter Mors op de 1.000 meter. "Dit was een perfecte race. Ik voelde me vooraf al supergoed", glimlachte de Tukkerse, die vier jaar geleden in Sotsji op de 1.500 meter ook goud won.

"Ik zou niet weten wat ik anders had moeten doen. Ik wist vooraf dat er veel mogelijk was", vervolgde ze. "Kodaira (winnares van het zilver, red.) was mijn gevaarlijkste tegenstander, maar toen ik zag dat zij het niet redde, wist ik dat ik een goede kans (op het goud, red.) maakte."

Ter Mors (28) kampte de voorbije periode met een rugblessure en werd daardoor op een gegeven moment bijna zelfs gedwongen zich in haar voorbereiding op Pyeongchang te forceren. "Ik heb met mijn rug veel risico genomen met flink wat krachttraining, soms wel drie keer per week. Dat betaalt zich nu allemaal uit."

'Maximale eruit gehaald'

Haar revalidatie verliep niettemin voorspoedig en dat gaf Ter Mors een enorme stoot zelfvertrouwen. "Ik kwam hier in Pyeongchang aan met een enorm goed gevoel. Ik heb het maximale eruit gehaald wat betreft mijn lichaam."

Shorttrack-bondscoach Jeroen Otter merkte in aanloop naar de Winterspelen dat de vorm van Ter Mors groeiende was. "Ze arriveerde hier al met heel veel scherpte in het shorttrack en dat heeft ze doorgetrokken naar het langebaanschaatsen", zei de coach.

Otter had Ter Mors graag ook in actie gezien op de 1.500 meter. De Enschedese mocht evenwel niet in actie komen op het koningsnummer, omdat ze er door ziekte niet in was geslaagd zich in december bij het olympisch kwalificatietoernooi te plaatsen voor de mijl.

"Ik denk dat Jorien in deze vorm een geduchte concurrente voor Wüst en die andere meiden was geweest", aldus Otter.