Aloys Oosterwijk in de rechtbank in Amsterdam (2015)
NOS NieuwsAangepast

Rechtbanktekenaar: ik heb weinig fantasie, het is puur kijken

  • Annemieke van Put

    redacteur Online

  • Annemieke van Put

    redacteur Online

In de zwaarbeveiligde Bunker van Amsterdam begon deze week de zaak tegen Willem Holleeder. De rechters en advocaten kregen we te zien, maar in de media is Willem Holleeder alleen zichtbaar via tekeningen. De meest gebruikte zijn die van rechtbanktekenaar Aloys Oosterwijk, via het ANP komen zijn tekeningen overal terecht.

Oosterwijk is ooit begonnen als striptekenaar, maar sinds 2004 tekent hij ook verdachten. Hij herinnert zich een van zijn eerste zaken nog goed: "Een vrouw had een baby met een jeu-de-boules-bal doodgeslagen. Daar was ik wel een paar dagen door van slag." Sinds die tijd tekent hij bij veel grote zaken, zoals Radovan Karadzic, Robert M. en deze week dus Willem Holleeder.

Holleeder wordt verdacht van betrokkenheid bij vijf moorden. Deze week waren de eerste drie zittingsdagen. Twee keer was Oosterwijk erbij. "Hij was prima op dreef", zegt de tekenaar. "Holleeder zat goed op de praatstoel. Het is een enorme ouwehoer, ik heb hem zelden zo spraakzaam gehoord. Hij was aan het einde ook helemaal schor."

Een huilende man, die adertjes die in zijn nek opspringen. Je ziet iets, je tekent het.

Aloys Oosterwijk

De Holleeder-zaak was voor Oosterwijk een interessante zaak om te tekenen. "Het was een hele gebeurtenis: extra beveiliging en de Holleeder-watchers die alles in de gaten houden wat hij doet of zegt. Er viel veel te tekenen."

Veel rechtbanktekeningen die je deze week zag waren van zijn hand. En dat tekenen gaat allemaal heel low profile, zegt Oosterwijk. "Een schetsboekje met een potlood en een gummetje." Het begint altijd met een schets, zoals deze.

Een schets van Willem Holleeder deze week

Dat schetsen duurt bij een normale zaak zo'n drie kwartier. Dan heeft hij alles getekend, van verdachte tot advocaat en officier van justitie. Vaak maakt hij twee of drie tekeningen tegelijk. "Iemand zit soms in twee of drie verschillende houdingen. Die houdingen zet ik vaak in het begin al op en naarmate diegene daarin terugkomt, teken ik verder."

Hij werkt zijn schetsen uit met sepia-inkt en dat worden dan de tekeningen die in de media verschijnen. Sinds een half jaar scant Oosterwijk zijn schetsen en kleurt hij ze in. "Men zei: die bruine meuk die kennen we nu wel. Dus ik ben hard bezig geweest om met de computer kleur te kunnen aanbrengen."

Willem Holleeder eerder deze week in de rechtbank in Amsterdam

Van strips naar criminelen, Oosterwijk weet nog goed hoe het begon. Hij had een stripserie in weekblad Panorama en werd gevraagd om 'de sloerie van Sliedrecht' te tekenen, een oplichtster die mannen financieel uitkleedde. "Dat was mijn allereerste zaak", zegt hij. "Dat was al meteen spannend. Er zaten mensen achter me die een beetje vervelend waren, maar daar kon ik tegen en toen had ik al gauw de smaak te pakken."

Toch valt het niet altijd mee, zegt de tekenaar. Emoties in de zaal kunnen vaak behoorlijk oplopen. "Ik heb dan een redding", zegt hij. "En dat is dat ik een beetje doof ben. Als het dan hoog oploopt dan doe ik mijn gehoorapparaat uit."

Dat werkt voor Oosterwijk vaak heel verhelderend. Hij wordt dan niet van slag gebracht. "Een huilende man, die adertjes die in zijn nek opspringen. Of iemand die nephuilt. Als ik het zie, herken ik het. Je ziet iets, je tekent het. Ik heb niks met gevoel, ik heb weinig fantasie. Het is puur kijken."

Rechtbanktekening van de verdachte Omar L. in de zaak rond de liquidatie van Chahid Yakhlaf in het Gelderse Kerkdriel

Op de vraag of Oosterwijk wel eens emotie in een tekening aandikt door zijn achtergrond als striptekenaar, is hij stellig: "Absoluut niet." Volgens hem zijn er net zo veel soorten en maten tekeningen als strips. "Strips hoeven natuurlijk niet per se allemaal dikke neuzen te zijn. Dat ligt wel aan een strip ten grondslag, maar ook een strip kan lijken op de werkelijkheid."

Hij probeert zo dicht mogelijk bij de realiteit te blijven. "Ik ben het beste als ik zo blanco mogelijk ben. Niemand zit te wachten op vooringenomen meningen als: wat een schurk, of: wat is die man onterecht veroordeeld. Ik ben geen journalist en al zeker geen psycholoog. Ik ben tekenaar. Het enige wat belangrijk is, is mijn blik. Dat gaat vaak beter als ik onbevangen ben."

Hoofdverdachten Roy L., Evert de C., Pierre S. en Andre G. tijdens de getuigenverhoren in het proces rond de zogenoemde kasteelmoord

Van moorden tot zedendelicten, de verdachten hebben vaak flink wat op hun kerfstok. Maar voor Oosterwijk springt één zaak er wat tekenen betreft wel uit. "Ik vond de zaak van Robert M. wel bijzonder", zegt hij.

"Ik had hem niet zomaar in de vingers. Hij heeft een hele harde en een zachte kop tegelijk. Ook nog een geinige kop, met die gezellige oren en zo'n kuifje. Het was heel vreemd om te zien. Ontwapenend, maar er zat iets hards doorheen."

Toch vindt hij zijn werk spannender wanneer er meer verdachten in de zaal aanwezig zijn. Een clubje van ongeveer tien, dat vindt hij het leukst. "Penoze en dan een flinke bende. Dan valt er wat te tekenen. De ene heeft mooie flaporen, de ander raar haar. Dat is een uitdaging voor een tekenaar, om dat weer te geven."

De tekening van Robert M.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl