Save the Children: 'veiligheidsmaatregelen worden steeds belangrijker'
De aanval op een kantoor van de Nederlandse hulporganisatie Save the Children in Jalalabad is niet de eerste keer dat hulpverleners in oorlogsgebieden onder vuur komen te liggen. Ook op medische hulpposten en ziekenhuizen van Artsen zonder Grenzen worden nog steeds aanslagen gepleegd. De grootste vond plaats in oktober 2015, in het Afghaanse Kunduz. Daarbij kwamen 42 mensen om het leven.
"Wij geven altijd de coördinaten door aan de strijdende partijen en we markeren onze gebouwen met vlaggen op het dak, maar de aanslagen lijken aan te houden", zegt voorlichter Mireille Capiau.
"De veiligheidsmaatregelen worden op een aantal plekken steeds belangrijker", weet Rik Goverde van Save the Children. "Op de locaties in de conflictgebieden hebben wij bewakers bij de deur staan en steeds opnieuw moeten we een analyse maken of het gebied wel veilig is." De hulpverleners extra laten beschermen door bijvoorbeeld het leger is geen optie. "Dan kiezen wij partij", zegt Goverde.
Ook Artsen zonder Grenzen doet niet aan gewapende beveiliging. "Dit gaat in tegen onze principes. Onze ziekenhuizen zijn open voor medische noodhulp aan iedereen. Wij mengen ons niet in conflicten en zijn onpartijdig. Alleen op die basis kunnen we ons werk doen," aldus de hulporganisatie.
Het is belangrijk om te blijven praten met alle strijdende partijen.
Ook bij het Rode Kruis staat onpartijdigheid voorop. Volgens voorlichter Iris van Deinse is het belangrijk om te blijven praten met alle strijdende partijen. "Ook om toegang te krijgen tot gebieden waar mensen zitten die hulp nodig hebben. Tegelijkertijd zullen wij de partijen blijven wijzen op de regels van het humanitair oorlogsrecht."
De organisatie zegt in uitzonderlijke gevallen hulpoperaties te moeten afschalen. Zoals eind vorig jaar in het noorden van Afghanistan, nadat hulpverleners of hulpverleningsfaciliteiten drie maal waren aangevallen. In 2016 waren er in dat gebied ook al zware incidenten geweest.
Save the Children legt de werkzaamheden in Jalalabad nu tijdelijk stil om de veiligheid van medewerkers te garanderen, maar een oplossing is het niet. Vaak proberen de organisaties er alles aan te doen om in het gebied te blijven om de bevolking te kunnen blijven helpen.
Na de grote aanslag in Kunduz in 2015 werd er door de VN-veiligheidsraad een resolutie aangenomen. Daarin werden de VN-lidstaten opgeroepen medische zorg in conflictgebieden te beschermen. Maar deze oproep had weinig effect. Aanslagen gingen door, met name in Syrië, Jemen en Zuid-Sudan. Daarom besloot Artsen zonder Grenzen in 2016 een petitie te starten met de naam #NotATarget. "Omdat wij willen benadrukken dat het niet normaal wordt dat hulporganisaties doelwit worden."
Zodra de petitie is afgerond wordt deze aangeboden aan de Nederlandse regering, die in 2018 een zetel bezit in de VN-Veiligheidsraad.