Ga je naar Lagos? Lees goed de bijsluiter
Elles van Gelder
correspondent Afrika
Elles van Gelder
correspondent Afrika
Als we weg willen rijden, staat er opeens een auto achter ons geparkeerd. We kunnen er niet uit. De bestuurder verontschuldigt zich niet. "Naira's, naira's", roept hij. De man blokkeert ons bewust. Hij wil geld zien. Deze parkeerplaats bij het verkeersknooppunt Ikeja is zijn terrein.
Ik kijk om me heen. We staan toch echt gewoon op een openbare weg. Maar al na enkele uren in Lagos, de grootste stad van Afrika, weet ik: hier is niets openbaar. Ieder stukje stoep, straat en grasveld is van iemand. Niet officieel, natuurlijk. Elke buurt kent verschillende groepen area boys, bendes die de controle hebben over wat er gebeurt. In 'hun' straten proberen ze je geld afhandig te maken.
De afpersing van de area boys is pure chantage. Tegelijk laat het zien hoe ondernemend de inwoners van deze megastad zijn. Banen zijn schaars, dus verzin je zelf maar dat je de baas bent over een stuk asfalt en verdien je zo geld. Na een onderhandeling van een half uur, met veel geschreeuw, betalen we twintig dollar. De man verzet zijn auto.
Even kunnen we doorrijden. En dan staan we vast. Alweer. Lagos telt meer mensen en meer auto's dan de straten aankunnen. Nu al heeft de stad naar schatting 21 miljoen inwoners, en nog steeds vertrekken dagelijks duizenden immigranten uit armere plattelandsgebieden naar de stad, op zoek naar een beter leven.
Go-slow
De drukte merk je vooral op de weg. De 'go-slow', noemen de bewoners de eindeloze files in hun stad. Auto's schuren er bijna tegen elkaar aan. De wagen waarin wij rijden heeft al een paar deuken. "Je wil dat je auto eruitziet als een vertrapt blikje", legt chauffeur Chuks uit. "Dan kan je de afsnijd-strijd winnen van wagens met glanzende lak." In Lagos wil iedereen tijd winnen.
Naast ergernis geeft de go-slow ook kansen. Een groot deel van de economie in Lagos is informeel. Straatverkopers, hier bekend als 'go-slow-boys', vlechten zich door de auto's en proberen vermoeide chauffeurs ruitenwissers, zonnebrillen en vuilniszakken aan te smeren. Een deel van hun verdiensten dragen ze af aan een handelaar die ze de goederen geeft. Zo verdienen duizenden mensen geld aan de chaos in Lagos.
Als de instroom van migranten ook de komende jaren met dit tempo doorgaat, zal het inwonersaantal van Lagos in 2050 dubbel zo groot zijn als nu. De stad breidt zich uit als een olievlek.
Maar als de straten nu al zo vol zijn, waar moeten de komende jaren dan de nieuwelingen heen?
In de buurt van ons hotel slapen vier jongens om en om in een oude auto. Overdag werken ze als automonteurs. Het is een goede baan in filestad Lagos, waar de remschijven niet zijn aan te slepen. Maar lang niet goed genoeg om je een huis te kunnen veroorloven.
Masterplan
Lagos heeft behoefte aan een masterplan. De ligging, aan een lagune op moerassige grond, is verre van geschikt voor een megastad.
Stadsplanner Francis Ayo Assaf breekt er zijn hoofd over. "Als de stad in dit tempo doorgroeit, hebben we binnen 25 jaar een crisis", zegt hij. Er zijn te weinig huizen, te weinig sanitaire voorzieningen. De overheid probeert vooruit te plannen en nieuwe wijken te ontwikkelen. Maar het is moeilijk om een stad die zo vol is op de schop te nemen, zucht de stadsplanner. "Tegen de tijd dat je een plan uitvoert, zijn er alweer veel meer inwoners dan je had bedacht."
Volgens Assaf is de enige oplossing om steden in de rest van het land aantrekkelijker te maken. "Er moeten minder mensen naar Lagos komen, zodat we de groei kunnen beheersen."
Magneet
Maar onderweg in de auto naar één van de vele markten in Lagos snap je dat de stad, ondanks de vele uitdagingen, altijd een magneet blijft. Want veel mensen betekent ook veel business. De Nigeriaanse handelsgeest geeft de stad energie.
Ook dat wordt soms echt irritant. Wanneer we stoppen voor een opname, ziet de politie ons uitstappen met een camera. Ook zij zien geld. Ze verkopen het alleen net even anders: "Wij zullen jullie beschermen tegen de area boys."