Wilders beschuldigt Rutte als premier van discriminatie, niet als Mark
PVV-leider Geert Wilders doet vandaag aangifte tegen premier Rutte wegens discriminatie. In de loop van de ochtend levert Wilders bij een Haags politiebureau een brief af aan de officier van justitie met het verzoek onderzoek te doen. In die brief staat ook een globale onderbouwing.
Wilders heeft contact gehad met een advocaat hierover, maar welke wil de PVV niet zeggen. Het advocatenkantoor van Geert-Jan Knoops, de advocaat van Wilders in de 'minder Marokkanen-zaak', wil niet inhoudelijk op vragen reageren. Het kantoor wil ook niet zeggen of hij Wilders heeft geadviseerd over deze aangifte.
Asielzoekers
Op een speciale site is al te zien waar Wilders premier Rutte van beschuldigt. Het gaat vooral over voorzieningen voor asielzoekers, die volgens Wilders ruimer zijn dan voor Nederlanders.
Het Openbaar Ministerie in Den Haag wil nog niet op de zaken vooruitlopen en wacht de aangifte af. "Dan zullen we zien wat er ligt", zegt een woordvoerder. De kans dat er meteen een inhoudelijke reactie van het OM komt, is klein.
Kansloos
Het is de vraag of een premier schuldig kan zijn aan discriminerend kabinetsbeleid of discriminerende wetten die democratisch tot stand zijn gekomen.
Hoogleraar staats- en bestuursrecht Voermans noemt de actie kansloos omdat het 'delict' zou zijn gepleegd door een ambt, de premier, en niet door een persoon. Voermans acht het vervolgen van een overheidsorgaan nauwelijks denkbaar.
Verder stelt Voermans dat er geen sprake is van een bewijsbare overtreding van de wet, om precies te zijn artikel 137e van het Wetboek van Strafrecht. Onderscheid tussen mensen maken in wetgeving is iets heel anders dan discriminatie, zegt hij.
Immuniteit
"Het Openbaar Ministerie gaat daarom hoogstwaarschijnlijk niet vervolgen", zegt Voermans. "De toepassing van de Algemene wet gelijke behandeling is hier moeilijk voorstelbaar."
Voor Rutte geldt trouwens niet in alle gevallen juridische immuniteit, legt Voermans uit. "De premier geniet als persoon immuniteit voor alles wat hij in het parlement of de ministerraad zegt, daarbuiten niet." Maar dat is nu niet relevant, zegt Voermans, want er is geen sprake van een delict.
Vereiste
Aernout Nieuwenhuis, hoofddocent staatsrecht bij de Universiteit van Amsterdam, vraagt zich af of Rutte strafrechtelijk gezien wel de verantwoordelijke minister is. Verder is een vereiste dat de aangeklaagde heeft geweten dat hij in strijd met de Grondwet of de wet heeft gehandeld. En ook hij wijst er op dat onderscheid maken nog geen discriminatie is.
Hoogleraar internationaal strafrecht Göran Sluiter zegt dat hij niet kan reageren op de juridische haalbaarheid van de discriminatie-aangifte, "aangezien ik benadeelde partijen bijsta in de lopende strafzaak tegen de heer Wilders".