Nabestaande Srebrenica: wat voor straf Mladic ook krijgt, het is nooit genoeg
De Bosnisch-Servische oud-generaal Ratko Mladic hoort vanochtend voor het Joegoslaviëtribunaal wat voor straf hij krijgt. Voor Hasiba Salkic waren de afgelopen dagen slopend. Herinneringen aan juli 1995 kwamen weer naar boven drijven. Herinneringen aan hoe ze met haar gezin bescherming zocht bij Dutchbat. Aan hoe ze Mladic herkende toen hij langs de Nederlandse basis reed, en dat iedereen doodsbang was. Hoe de mannen van de vrouwen en kinderen werden gescheiden. Hoe haar twee zoons verdwenen, en nooit terugkwamen.
"Wat voor straf hij ook krijgt, het is nooit genoeg", zegt ze bij de ingang van de begraafplaats en het herdenkingscentrum in Potocari. Ze is slecht ter been, met steun van een wandelstok loopt ze naar de graven van haar zoons. Ze huilt de hele weg ernaartoe. "Mijn mooie kinderen", zegt ze zachtjes, terwijl ze de marmeren steen kust. "Mijn mooie jeugd."
Van haar zoons Omer en Rafik zijn elk maar drie botten teruggevonden. "Zelfs hun hoofden zijn nooit gevonden."
In de weidse gemeente Srebrenica wonen Bosniakken (Bosnische moslims) en Bosnische Serviërs huis aan huis. Ze leven zo goed en zo kwaad als het kan samen. Maar hun versies van wat er is gebeurd in de oorlog liggen mijlenver uit elkaar.
Een dorp verderop woont Drago Sekic, een Bosnisch-Servische oorlogsveteraan. In de tuin draaien twee varkens op het spit, ter voorbereiding op een Servisch-orthodoxe feestdag. Binnen hangt een ingelijste foto van Ratko Mladic. Op de andere muur een portret van Radovan Karadzic.
"Mladic was mijn generaal, mijn held", zegt hij. "Hij is geen oorlogsmisdadiger, zoals ze zeggen. Als hij er niet geweest was, dan waren hier geen Serviërs meer."
Sekic gelooft dat de massamoord in Srebrenica gefabriceerd is. "De aantallen zijn sterk overdreven", zegt hij. "Als hij levenslang krijgt, is het levenslang voor alle Serviërs."
Veel Bosnische Serviërs vertrouwen het Joegoslaviëtribunaal niet. Ze zien het als een rechtbank die alleen Serviërs berecht.
"Alleen Serviërs krijgen draconische straffen in Den Haag, de anderen worden vrijgesproken", zegt Radojka Filipovic, van een organisatie die opkomt voor nabestaanden van Servische oorlogsslachtoffers. Ze heeft het vooral over de moslim-commandant Naser Oric, die voor het Joegoslaviëtribunaal in hoger beroep werd vrijgesproken, iets wat vorige maand voor de rechtbank in Sarajevo opnieuw gebeurde.
"Als Oric onschuldig is, dan is Mladic dat ook", zegt ze.
Filipovic is speciaal voor de uitspraak van haar held naar Den Haag gereisd. "Om hem te bedanken, en hem te laten voelen dat hij gesteund wordt door zijn mensen."
