Nieuwe hiv-studie: WHO-beleid onverantwoord
Resistentievorming van hiv dreigt, als de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) niet snel wereldwijd één lijn gaat trekken om het succes van hiv-behandeling te meten. Daarvoor waarschuwt een internationale onderzoeksgroep in het medische vakblad The Lancet Infectious Diseases.
"Als je in Nederland hiv hebt, wordt je bloed regelmatig gecontroleerd om te kijken hoeveel virusdeeltjes erin zitten", zegt Annemarie Wensing, arts-viroloog in het UMC Utrecht en een van de onderzoekers. "In westerse landen hanteren we een grens van 50 hiv-deeltjes (onderzoekers spreken van kopieën hiv per milliliter bloed) als grenswaarde voor therapie-falen. Kom je boven die grens, dan gaan we meteen kijken waar dat door komt. Neem je je medicijnen wel goed in? Is er een ander medicijn waarmee de behandeling botst? En als er geen verbetering komt, overwegen we om je over te zetten op een ander medicijn."
Verschil
Die controle is niet alleen belangrijk voor het succes van de persoonlijke behandeling, legt Wensing uit, maar is ook heel belangrijk voor het grotere bestrijdingsplaatje: voorkomen dat steeds meer mensen virus bij zich dragen dat ongevoelig is voor de werking van medicijnen. Juist voor dat grotere plaatje is het volgens de onderzoekers belangrijk dat de WHO wereldwijd eenzelfde grenswaarde hanteert die bepaalt wanneer ingrijpen nodig is.
"Dat is nu niet het geval. De WHO hanteert in de richtlijn voor ontwikkelingslanden een grens van 1000 virusdeeltjes", zegt Wensing. "Dat is dus veel hoger dan die grens van 50 die voor westerse landen geldt. Dan zeg je dus eigenlijk in ontwikkelingslanden: alles onder de 1000, of het nu 80 of 800 is, dat is wel goed."
Het is niet te begrijpen voor een verpleegkundige in Afrika waarom je bij een waarde van 800 niets doet, terwijl dat in de westerse wereld al bij 50 gebeurt.
"Er is wereldwijd veel bereikt", zegt Wensing. "Miljoenen mensen hebben momenteel toegang tot hiv-behandeling, maar die behandeling is levenslang. De medicijnen moeten nog heel lang mee. Het hanteren van een te ruime grenswaarde zorgt dat het virus zich blijft vermenigvuldigen", zegt Wensing. "Dat is totaal onverantwoord."
Het onderzoeksteam bekeek de gegevens van ruim 70.000 hiv-patiënten uit 57 verschillende Zuid-Afrikaanse ziekenhuizen en kwam tot de conclusie dat de kans op therapie-falen of een noodzakelijke wijziging naar duurdere therapie, bij een waarde tussen de 50 en 1000, twee tot vijftien keer zo groot wordt.
"Dat is een slechte zaak. Niet alleen voor Afrika, ook voor de westerse wereld. Hiv houdt zich niet aan lands- en continentsgrenzen, al helemaal niet in een migrerende wereld", benadrukt Wensing. "Als we het hebben over de kans van slagen van een therapie, waarom zouden we dan in ontwikkelingslanden een andere grens hanteren? Ze gebruiken daar al veel dezelfde middelen als wij. Als zij diezelfde middelen gebruiken, moeten we ook dezelfde grenswaarden afspreken wanneer we het hebben over het slagen van die therapie. Als een middel niet werkt, is er noodzaak te switchen naar een ander middel."
Ver van huis
"We kunnen hiv nóg niet genezen", zegt Wensing. "Het gaat in onze cellen zitten, in ons erfelijk materiaal. We hebben wel krachtige middelen om het vermenigvuldigen van hiv te onderdrukken. Als mensen die pillen goed nemen, zie je dat er minder virusdeeltjes in het bloed zitten. Dat betekent dat mensen geen aids ontwikkelen, en dat ze het virus dat dat veroorzaakt niet meer kunnen overdragen. Maar om die pillen hun werk te kunnen laten doen, moeten we ze wel goed gebruiken."
Regelmatige controle en tijdig ingrijpen als het virus in het bloed verhoogd blijft, noemt Wensing essentieel, voor elk continent. "Resistentievorming is een belangrijke dreiging. We moeten voorkomen dat resistentie verder oprukt, want dan raken we ver van huis."
Marc van der Valk, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van HIV Behandelaren en internist-infectioloog in het AMC, noemt de oproep van de wetenschappers gerechtvaardigd. "Deze grote studie in Zuid-Afrika laat duidelijk zien dat bij hiv-positieve mensen bij wie het virus niet goed is onderdrukt door medicatie, de kans op het falen van de therapie sterk is verhoogd. Therapiefalen leidt tot een hoge kans om te overlijden en tot een hoge kans op het verspreiden van resistent virus. Op basis van deze data zou de WHO het beleid moeten aanpassen."