'Zestig procent van asielzoekers vertrekt zelf, of verdwijnt uit beeld'
Haar vrienden vinden het een "stoere baan", maar Jannita Robberse noemt het vooral "heel bijzonder werk". Zij staat sinds februari aan het roer van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), de organisatie die toeziet op de terugkeer van uitgewezen asielzoekers. Deze week viert de organisatie zijn 10-jarig bestaan.
Wanneer een vreemdeling geen recht op een verblijfsvergunning heeft, komt de DT&V in beeld om de terugkeer naar het land van herkomst te begeleiden. De mogelijkheid om in Nederland te blijven is dan al uitgesloten. "Dat maakt het emotioneel en lastig werk", vertelt Robberse in een interview met NOS Met het Oog op Morgen. Of een medewerker het besluit onterecht vindt, doet er dus niet toe. "Het besluit staat al vast en is door de rechter getoetst."
Een naaimachine in land van herkomst
"Je werkt met mensen die naar Nederland zijn gekomen voor een betere toekomst. Mijn mensen komen dan vertellen dat ze moeten vertrekken en dat wij ze daarbij komen helpen. Dat kan je aan het hart gaan."
DT&V probeert eerst om de vluchtelingen te motiveren zelfstandig terug te keren. Zo wordt er door de dienst naar mogelijkheden gezocht om in het land van herkomst een bestaan op te bouwen. "Ze kunnen bijvoorbeeld een naaimachine ontvangen of krijgen een opleiding aangeboden." De ondersteuning is dus vooral in natura, maar er wordt ook geld aangeboden om vliegtickets en 'een beetje reisgeld' te bekostigen.
Niet iedereen kan gemotiveerd worden om zelfstandig of met hulp te vertrekken. "Als iemand echt niet wil vertrekken, dan hebben wij de mogelijkheden om iemand gedwongen uit te zetten", aldus Robberse. Over welke dwangmiddelen de dienst beschikt, kan ze niet zeggen. Maar er zijn maatregelen te treffen voor als "je denkt dat iemand iets tijdens de vlucht doet wat je niet wil hebben".
De DT&V sprak in 2017 tot nu toe met 16 duizend uitgewezen asielzoekers, waarvan 40 procent is teruggekeerd met ondersteuning van de dienst. "We weten dan waarnaartoe en op welk moment iemand is vertrokken."
De overige 60 procent vertrok zelfstandig. Zij zijn daardoor uit beeld bij de dienst - waardoor ze, geeft Robberse toe, ook in de illegaliteit in Nederland kunnen zijn beland.
Medewerkers van de DT&V voeren 'echt persoonlijke gesprekken' met de vreemdelingen, vertelt de directeur. Na terugkeer houdt de dienst geen actief contact met ze, maar sommige terugkeerders blijven contact zoeken. "Dat leidt ertoe dat wij nog wel eens appje ontvangen met 'dankjewel'. Er zijn mensen die echt blij zijn weer terug te zijn bij hun familie in hun eigen land, met hulp van ons."
Die dankbaarheid houdt de medewerkers op de been, volgens Robberse. "In the end willen wij toch mensen helpen bij de opbouw van een bestaan. In Nederland zouden zij in de illegaliteit belanden. Als wij dan mensen kunnen helpen om in hun eigen land, waar dat wél legaal kan, een toekomst op te bouwen, dan geeft dat enorme voldoening."