Nieuw betaalsysteem: liggen mijn bankgegevens straks op straat?
PSD2 komt eraan! Het klinkt als een ziekte of een virus, maar het zijn de nieuwe Europese richtlijnen voor banken en het betalingsverkeer en gaat ons allemaal aan. Een betaalmarkt van jaarlijks 170 miljard euro met een half miljard consumenten. Winkeliers hebben hun bedenkingen bij PSD2 en waarschuwen dat betalen duurder wordt. Anderen maken zich zorgen over de privacy en veiligheid.
De nieuwe richtlijn moet in januari van kracht zijn, maar niet alle lidstaten zijn al zo ver. Nederland is pas in de zomer klaar, is de verwachting. De Tweede Kamer organiseerde er vandaag nog een hoorzitting over met marktpartijen, toezichthouders en deskundigen.
PSD staat voor Payment Service Directive, het cijfer twee voor versie 2.0. De eerste PSD verscheen in 2009 en regelde het grensoverschrijdend betalingsverkeer. PSD2 gaat over de nieuwkomers in het financiële verkeer. In Brussel wordt al een hele tijd gepraat en gesteggeld over de nieuwe richtlijnen.
Op zijn kop
De nieuwe richtlijnen zijn bedoeld voor de financiële wereld van morgen. Technologische en digitale ontwikkelingen zetten het traditionele bankieren en betalen op zijn kop.
Er duiken nieuwe spelers op, financiële instellingen en fintech-bedrijven met nieuwe applicaties en vormen van bankieren en betalen, zoals betalen via een app of smartphone, digitale huishoudboekjes, en shoppen in hypotheken of leningen.
Het is een nieuw speelveld en dus zijn er nieuwe spelregels nodig. En dat alles moet meer innovatie, meer concurrentie en meer veiligheid in het betalingsverkeer brengen.
Draaischijf
Banken vormen nu nog het hart en de draaischijf in het financiële verkeer. Zij zorgen dat het geld door de economie stroomt. Ze regelen en beheren rekeningen van consumenten en bedrijven, monitoren de geld- en betalingsstromen, zorgen voor de online- en pinbetalingen, de geldautomaten, en verschaffen kredieten, leningen en hypotheken.
Alle data over onze inkomsten en uitgaven, de bestedingen en betaalgedrag gaan langs de ogen en door de handen van de banken. Vertrouwelijk en veilig. Het zijn precies deze big data en betaaldiensten waar PSD2 om draait. Als de nieuwe regels ingaan kunnen andere bedrijven toegang krijgen tot de betaalgegevens, als de klant tenminste toestemming geeft.
De financiële gegevens van klanten zijn goud waard. De nieuwe fintech-bedrijven willen en kunnen er van alles mee. Maar willen en kunnen banken hun systemen delen met derden? Willen klanten dat hun financiële gegevens in handen komen van andere partijen dan hun eigen bank? Zijn de gegevens wel veilig bij andere spelers?
Klant uit beeld
Brussel wil voorkomen dat banken innovaties en ontwikkelingen tegenhouden, maar de nieuwe financiële wereld moet wel veilig en betrouwbaar zijn, en niet een soort wilde westen. De banken zien de noodzaak van innovatie wel, maar zijn beducht dat ze de klant kwijtraken. De klant is een kostbaar bezit voor de banken, en zonder de bank kan de klant niet betalen.
Het fysieke contact met de klant is door het online-bankieren al flink gereduceerd en bankkantoren verdwijnen in rap tempo uit het straatbeeld. Als ook de klantgegevens gedeeld gaan worden raakt de klant helemaal uit beeld bij de bank, vrezen de banken, en straks verdwijnt de bank zelf ook. De digitale huishoudboekjes en betaalapps nemen de rol van de banken over.
Privacy
Volgens Brussel wordt de privacy niet te grabbel gegooid en zijn er allerlei waarborgen ingebouwd. De consument moet bovendien expliciet toestemming geven aan de bank om zijn gegevens te delen met derden. Daarbij is echter niet duidelijk wat er vervolgens met de klantgegevens gebeurt en in wiens handen ze kunnen vallen, of wat er gebeurt met de gegevens als iemand zijn toestemming intrekt.
Van het woord PSD2 schrikken consumenten niet echt op, maar privacy en vertrouwelijkheid liggen wel erg gevoelig. Ruim drie jaar geleden veroorzaakte ING een storm van verontwaardiging met de aankondiging dat ze bedrijven inzicht wilden geven in de betalingsgegevens van hun klanten, zodat die gericht en op maat kunnen adverteren en producten verkopen die de klant wil.
De Tweede Kamer stond op de achterste benen, noemde het grensoverschrijdend. Duizenden mensen zeiden te overwegen hun rekening op te zeggen bij ING. En de toezichthouder was streng. Bankpresident Klaas Knot dreigde met nee als het vertrouwen op het spel gezet wordt. Een week later trok ING het plan in en bood de klant zijn excuses aan.
De ironie is dat het bijna vier jaar later toch gaat gebeuren, aangestuurd door Europa, linksom of rechtsom.