Expositie naziroofkunst Gurlitt 'laat zien dat Duitsland nu transparanter is'
"Dit betekent een nieuwe openheid van Duitsland in de omgang met de problematiek van naziroofkunst", zegt directeur Rein Wolfs van de Kunst- und Ausstellungshalle in Bonn. In dat museum zijn sinds gisteren 250 werken te zien uit de collectie van Hildebrand Gurlitt, die onder het naziregime in Duitsland veel kunst verhandelde. Het is voor het eerst dat de kunst wordt tentoongesteld.
De collectie kwam in 2012 aan het licht, toen de politie bij een huiszoeking bij Hildebrands zoon Cornelius in München zo'n 1200 kunstwerken vond. Later werden ook in zijn huis in Salzburg nog eens 300 stukken gevonden.
Hollandse meesters
Aanvankelijk werd gedacht dat het ging om een nazischat die miljarden waard was, maar dat blijkt niet helemaal het geval, zegt Wolfs in het radioprogramma Nieuws en Co. "Alle werken zijn in beslag genomen en worden op dit moment onderzocht. Nog maar weinig werken zijn daadwerkelijk geïdentificeerd als roofkunst. Er zit veel goed werk tussen, onder meer van Monet en van Hollandse meesters, maar het is wat overdreven om van een schat te spreken."
Gurlitt junior liet de kunstcollectie na zijn dood in 2014 na aan het Kunstmuseum Bern. Hij had zelf geen kinderen en wilde niet dat zijn erfenis naar andere familieleden zou gaan. Tegelijkertijd met de expositie in Bonn worden ook in de Zwitserse hoofdstad werken tentoongesteld.
Vooral uit de Joodse gemeenschap krijgen we veel positieve reacties.
Dat de kunst nu ook in Duitsland is te zien, maakt veel los, merkt Wolfs. "We krijgen veel negatieve reacties. Mensen zeggen dat we ons moeten schamen. Maar we horen ook veel positieve geluiden, met name uit de Joodse gemeenschap. Deze expositie laat zien dat Duitsland tegenwoordig anders omgaat met roofkunst."
Transparantie is heel belangrijk, zegt Wolfs. "We leggen zoveel mogelijk op tafel, we laten zien waar de problemen liggen. Er is in Duitsland heel lang gezwegen over roofkunst, hoewel er geweldig veel van te vinden is in de Duitse musea. Door de collectie van Gurlitt is die problematiek weer actueel geworden. Men gaat zich in Duitsland nu op een nieuwe, transparantere manier bezighouden met de geschiedenis."