Collectie Gurlitt naar Kunstmuseum Bern
Kunstmuseum Bern aanvaardt de omstreden kunstcollectie van Cornelius Gurlitt. De werken uit de collectie die in de Tweede Wereldoorlog door de nazi's van Joden zijn geroofd, worden teruggegeven aan de eigenaren. Dat heeft de directeur van het museum Christoph Schäublin bekendgemaakt op een persconferentie.
De Zwitserse kunstinstelling heeft een half jaar nodig gehad om de collectie in kaart te brengen. De erfenis van Gurlitt bestaat uit zo'n 1400 kunstwerken.
De 81-jarige kunstverzamelaar overleed afgelopen mei. Toen werd bekend dat hij zijn miljoenencollectie naliet aan het Kunstmuseum. Gurlitt had zelf geen kinderen en wilde niet dat zijn erfenis naar andere familieleden zou gaan.
Vlak voor zijn dood sloot Gurlitt een overeenkomst met de deelstaat Beieren over de verzameling. De deelstaat onderzoekt welke werken als roofkunst worden beschouwd en welke niet. Deze overeenkomst blijft van kracht.
Picasso en Chagall
De douane vond in 2012 in het appartement van Gurlitt in München de kunstwerken. Daar zaten werken bij van Pablo Picasso, Marc Chagall en Henri Matisse. Later werden in een ander huis in Salzburg nog eens 60 werken gevonden. Gurlitt erfde de kunst van zijn vader, die er in de oorlogsjaren in handelde.