Tientallen doden bij aanslagen Taliban op leger en politie
Strijders van de radicaal islamitische Taliban hebben vandaag aanslagen gepleegd in vijf Afghaanse provincies, waarbij in totaal zeker 64 doden zijn gevallen. Doelwit waren militairen en politiemensen.
De aanslag met de meeste slachtoffers was in de zuidelijke provincie Kandahar. Daar lieten zelfmoordterroristen twee bomauto's ontploffen bij een militaire basis. Bij die acties en de daarop volgende vuurgevechten kwamen 43 militairen en tien Taliban-strijders om het leven. Er werd urenlang geschoten. Negen militairen raakten gewond en zes worden vermist. Daarmee waren op twee na alle militairen op de basis uitgeschakeld.
In een verklaring eisen de Taliban de verantwoordelijkheid voor de aanslagen op en zeggen ze dat 60 militairen zijn gedood.
Elders in Afghanistan waren er later op de dag ook aanslagen op politiemensen en militairen. Zo lokten Taliban-strijders zes politiemensen in de provincie Balkh in een hinderlaag en schoten ze dood. In de provincie Farah kwamen nog eens negen politiemensen om bij een aanslag op hun post. Volgens de lokale politiechef werden bij een vuurgevecht na de aanslag 22 Taliban-strijders gedood.
Sinds een aantal maanden zijn er bijna dagelijks aanslagen op posten van Afghaanse veiligheidstroepen. Dinsdagochtend was er nog een grote aanslag in de Oost-Afghaanse provincie Paktia op een trainingscentrum van de politie. Daarbij kwamen 48 mensen om het leven, onder wie circa 20 burgers.
Sinds de Amerikaanse en NAVO-troepen hun missies eind 2014 grotendeels beëindigden, hebben de Afghaanse veiligheidstroepen grote verliezen geleden. Alleen al in 2016 zijn meer dan 8000 Afghaanse militairen en politiemensen door geweld van de Taliban om het leven gekomen. De VS en enkele andere NAVO-landen overwegen daarom weer extra troepen naar Afghanistan te sturen.