De koorddans bij de behandeling van zedendelinquenten zoals Michael P.
Een dag na de vondst van het lichaam van Anne Faber zijn nog veel vragen onbeantwoord. Bijvoorbeeld over de enige verdachte in de zaak - de veroordeelde zedendelinquent Michael P. (27). Veel mensen, waaronder familieleden van Faber, willen weten waarom hij vrij rondliep op de dag van haar vermissing.
Een petitie die om een onderzoek vraagt naar het "falende rechtssysteem dat dit mogelijk maakte", is ruim 220.000 keer ondertekend. "Het volk is boos en vol afschuw", schrijven de initiatiefnemers. Zij eisen een verandering van de wet voor zedendelicten, "zodat dit nooit meer kan gebeuren."
Ook deskundigen vragen zich af of de huidige regels rond de veroordeling en behandeling van zedendelinquenten volstaan. Hieronder schetsen een psychiater, een forensisch psycholoog en een rechter de voor- en nadelen van het huidige systeem.
Stap 1: onderzoek na arrestatie
Hoogleraar psychiatrie Theo Dorelijers pleit er al jaren voor om alle jonge zedendelinquenten te onderwerpen aan psychiatrisch onderzoek. In Nieuws en Co op NPO Radio 1 zegt hij dat de problematiek van deze mensen - meestal mannen - vaak wordt onderschat.
Jongvolwassenen hebben vaak zelf niet door dat er iets met hen aan de hand is. "Maar rond deze leeftijd zijn hun hormonen vol in ontwikkeling. Als die ontwikkeling zich afspeelt tegen een achtergrond van autisme, ADHD of een getraumatiseerde jeugd, kan het proces niet goed verlopen." De kans dat ze de fout ingaan wordt dan groter.
Verdachte Michael P. was 20 toen hij in 2010 werd aangehouden voor het verkrachten van twee meisjes van 16 en 17 in Nijkerk. Hij had de meisjes bedreigd met een nepvuurwapen, dwong hen tot seksuele handelingen met elkaar en verkrachtte hen.
De politie zou al moeten aangeven wie pluis is en wie niet.
Arrestanten zoals P. krijgen van hun advocaat vaak het advies om psychiatrisch onderzoek te weigeren. Verdachten hebben daardoor meer kans om alleen een celstraf te krijgen, geen behandeling te hoeven volgen en dat vaststaat wanneer ze vrijkomen. Ook P. weigerde zo'n psychiatrisch onderzoek.
Maar doordat verdachten zo'n onderzoek afslaan, blijft een eventuele stoornis verborgen. Volgens Dorelijers zou de politie daarom al moeten bekijken of een arrestant mogelijk een psychisch probleem heeft. "Zij moeten aangeven wie pluis is en wie niet. Dat is lastig, daarom moeten ze de hulp inroepen van psychiatrische en psychologische experts."
Stap 2: rechtszaak en veroordeling
Als een verdachte niet wil meewerken, kunnen ook deskundigen weinig, zegt Hjalmar van Marle in Met Het Oog op Morgen. Hij is forensisch psychiater en oud-directeur van het Pieter Baan Centrum. "Bij een patiënt die de hele dag onder de lakens blijft liggen en zich normaal gedraagt als hij naar het toilet gaat, valt er weinig te zien."
Als een verdachte niet meewerkt, mag de rechter volgens de wet ook zelf concluderen dat iemand een psychische stoornis heeft en tbs opleggen. In de praktijk gebeurt dat niet vaak. Van Marle: "Rechters willen niet op de stoel van de psychiater gaan zitten en leunen daarom op expertise. Maar als de deskundigen een leeg rapport leveren, staat ook de rechter met lege handen."
Voor rechters is het lastig als er geen onderzoek kan worden gedaan, vertelt rechter Anja van Holten, eveneens in gesprek met Met het Oog op Morgen. "Je probeert af te gaan op wat die deskundigen denken en bekijkt eventueel oudere rapporten. Zo probeer je te achterhalen of er iets is dat duidt op een stoornis. Tbs is een zware maatregel, dus daar wil je een goede motivering voor hebben."
Bij een zedenzaak let de rechter niet alleen op de misdaad, maar ook op de omstandigheden. Tbs wordt opgelegd als er aanwijzingen zijn dat de verdachte een psychische stoornis heeft en een gevaar vormt voor de samenleving.
De rechter legde P. geen tbs op. Hij kreeg 16 jaar cel. Na hoger beroep werd de straf verlaagd naar 11 jaar.
Zou het dan helpen als verdachten voortaan juist moeten aantonen dat zij géén stoornis hebben? Dat is het omkeren van de bewijslast en geen oplossing, zegt Van Holten. "In ons rechtssysteem gaan we ervan uit dat iemand onschuldig is tot het tegendeel is bewezen."
Daarnaast staat in het wetboek dat een verdachte niet hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Van Holten: "Het omkeren van de bewijslast zou dus een omkering van het complete rechtssysteem betekenen."
Stap 3: celstraf of behandeling
En dus blijft het mogelijk dat sommige zedendelinquenten alleen een celstraf krijgen opgelegd. Maar zo'n straf zonder behandeling heeft weinig effect, zegt Van Marle. Zedendelinquenten die alleen een celstraf uitzaten, gingen tussen 2008 en 2012 drie keer zo vaak in de fout als uitbehandelde tbs'ers.
In de hoop dat veroordeelde zedendelinquenten alsnog kiezen voor een behandeling, worden ze op de gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis geplaatst. Dat gebeurde ook bij P., die terechtkwam in de forensisch psychiatrische kliniek Altrecht Aventurijn in Den Dolder.
Het grote verschil tussen zo'n gesloten afdeling en een tbs-kliniek is dat gevangenen weg kunnen als ze hun straf hebben uitgezeten. Bij een tbs-kliniek mag dat alleen als de behandeling resultaat heeft gehad.
De bewoners van een gesloten afdeling zijn meestal bezig met hun terugkeer in de maatschappij. Als ze twee derde van hun straf hebben uitgezeten, mogen ze bijvoorbeeld op proefverlof. Hoeveel bewegingsvrijheid cliënten krijgen, hangt af van hun verleden, gedrag en toekomstperspectief.
P. zou aardig wat bewegingsvrijheid hebben gehad. Bewoners van Zeewolde - de voormalige woonplaats van P. - zeggen tegen NRC dat de zedendelinquent er regelmatig rondliep. Op de dag van de vermissing van Anne Faber had hij mogelijk verlof. Zijn moeder was die dag jarig. Getuigen zeggen in De Telegraaf dat de verdachte die dag in Spakenburg rondreed in haar auto.
Zo zit onze Nederlandse maatschappij niet in elkaar.
Wat er die dag is gebeurd, is nog niet duidelijk. Twee weken later werd het lichaam van de 25-jarige vrouw teruggevonden in Zeewolde. Hoogleraar psychiatrie Dorelijers benadrukt dat hij de vermissing en dood van Faber afschuwelijk vindt, maar wijst er ook op dat de terugkeer in de maatschappij bij veel andere zedendelinquenten wél goed verloopt.
Per jaar gaat ongeveer 50.000 keer een tbs'er met verlof. Jaarlijks leidt dit gemiddeld een à twee keer per jaar tot ernstige incidenten.
De hoogleraar snapt dat er na de gebeurtenissen rond Anne Faber stemmen opgaan om alle zedendelinquenten levenslang vast te zetten. "Maar zo zit onze Nederlandse maatschappij niet in elkaar."