Hammarskjöld inspecteert VN-troepen in Congo, vermoedelijk kort voor zijn dood
NOS NieuwsAangepast

Nieuw bewijs dat vliegtuig van VN-chef Hammarskjöld werd neergeschoten

Een VN-onderzoek naar de dood van VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld in 1961 heeft nieuw bewijs opgeleverd dat het vliegtuig waarin hij zat door een ander toestel is neergehaald. Dat schrijft The Guardian.

De Britse krant kreeg inzage in een samenvatting van het nog geheime onderzoeksrapport van de Tanzaniaanse oud-rechter Mohamed Chande Othman. Dat is vorige maand overhandigd aan de huidige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, António Guterres.

Crash

De Zweed Hammarskjöld bemiddelde destijds in het conflict tussen de Republiek Congo en opstandelingen in de provincie Katanga. Zijn vliegtuig stortte op 17 september 1961 neer, kort voor een landing in Noord-Rhodesië (het huidige Zambia). Daar stond een ontmoeting gepland met leiders van de opstandelingen. Geruchten dat het geen ongeluk was, maar dat het toestel werd neergehaald, gaan al jaren.

Het vliegtuig, met Dag Hammarskjöld aan boord, stortte op 17 september 1961 neer, kort voor een landing in Rhodesië

Othman schrijft dat zijn onderzoek veel nieuwe informatie heeft opgeleverd. Zo kwam hij erachter dat Frankrijk de opstandelingen in februari 1961 in het geheim drie gevechtsvliegtuigen heeft geleverd. Die opereerden vanaf geheime vliegvelden in Katanga en vielen andere vliegtuigen aan.

Ook heeft hij aanwijzingen die het verhaal van een Franse diplomaat ondersteunen, dat een Belgische piloot die voor de opstandelingen werkte waarschuwingsschoten op het toestel van Hammarskjöld heeft afgevuurd. Dat zou zijn gebeurd net voordat het zou landen. Het is Othman niet gelukt de identiteit van die piloot, die Beukels zou heten, te achterhalen.

Lichtflitsen

Het verhaal van de Belgische piloot komt overeen met dat van ooggetuigen. Die zagen die nacht nog een ander vliegtuig en lichtflitsen in de lucht. Een beveiliger van Hammarskjöld die ook in het toestel zat, heeft verklaard dat hij vonken in de lucht zag voordat het neerstortte.

Othman schrijft verder dat de Britten en Amerikanen het radioverkeer in het gebied afluisterden. De Amerikanen hadden ook spionnen en militairen op de grond. De informatie die dat opleverde, moet nog in archieven liggen.

Het Verenigd Koninkrijk en de VS zouden daarom een onafhankelijke onderzoeker met kennis van zaken tot hun geheime archieven moeten toelaten, stelt Othman.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl