Hoe beleven Nederlandse Koerden het referendum van morgen?
De naar schatting 70.000 Koerden in Nederland kijken met spanning uit naar het referendum dat morgen wordt gehouden over de onafhankelijkheid van Iraaks-Koerdistan. Koerden komen met name uit Irak, Iran, Syrië en Turkije. Maar dat wil niet zeggen dat ze één geheel zijn.
Zo staat in het Midden-Oosten de Iraaks-Koerdische partij KDP vaak tegenover de Turks-Koerdische PKK. En Turkije werkt in de strijd tegen IS weer samen met de Iraaks-Koerdische Peshmerga, met de PKK als de vijand. "Terwijl ze in Iraans-Koerdistan en Syrisch-Koerdistan weer prima kunnen met de PKK", zegt Koerdistan-kenner Joost Jongerden. "Die spanning zie je soms ook onder de Koerden in Nederland terug. Ook bij mensen die niet mogen stemmen."
Alleen Iraakse Koerden mogen namelijk stemmen. Het gaat om hun gebied. Veel Iraakse-Koerden zijn ooit uit Irak gevlucht, uit vrees voor het regime van Saddam Hoessein. Ze organiseerden zich toen het regime viel. En ze vochten, samen met het Westen, tegen IS.
Wij spraken met vier Nederlandse Koerden:
Eigenlijk, vindt Saya Abdullah, wordt het referendum vooral gebruikt als een troefkaart. "In onderhandelingen met Bagdad over bijvoorbeeld geld", zegt Saya. De huidige leider Barzani is allang niet meer de wettige president van het land: zijn termijn is vier jaar geleden al afgelopen. Maar toch gaat Saya maandag stemmen. "Omdat ik uiteindelijk wel voor een onafhankelijk Koerdistan ben."
In 1990 werd hij geboren, in een heel ander Koerdistan dan nu. Het was de tijd van Saddam, met massamoorden. Toen hij zeven was, sloeg hij met zijn ouders op de vlucht en kwam hij naar Nederland. "Achteraf besef ik pas dat ik ben opgegroeid in een oorlogsgebied", zegt hij. "Maar ik herinner me dat ik als kind wel doorhad dat iedereen er altijd over praatte, dat familieleden overleden waren, dat soms het luchtalarm ging. En op school kregen we voorlichting over mijnenvelden."
Nu is Koerdistan volgens hem een "moderne, tolerante oliestaat". "Neem een stad als Erbil. In dezelfde stad vind je een synagoge, een moskee en een alcoholwinkel. En dat kan gewoon."
"Ik ben een Koerd en ik ben een Nederlander. Maar ik ben geen Turk." Sidar is stellig. Zijn ouders komen dan wel uit Turkije, hij voelt zich niet verbonden met die cultuur. "Koerden in Turkije hebben geen rechten. Niet politiek, niet cultureel. Als je vroeger in het openbaar Koerdisch sprak, was dat een terreurdaad", vertelt hij.
Zijn ouders sloegen in de jaren 80 op de vlucht, na de legercoup in 1980. De regering werd afgezet, politieke partijen en vakbonden werden verboden. De noodtoestand werd afgekondigd. Duizenden activisten werden opgepakt, gemarteld of geëxecuteerd, onder wie veel Koerden. Erdogan verbeterde de situatie voor de Koerden iets, zegt Sidar. "Vooral cosmetisch. Er kwam een Koerdische tv-zender, maar het bleef staatstelevisie. Daarom was er een anti-Koerdisch programma, in het Koerdisch." De situatie bleef zo, tot de mislukte couppoging van vorig jaar. "De voltallige leiding van de grootste Koerdische partij zit vast."
Sidar heeft in zijn werk veel te maken met Turkse-Nederlanders. Daar merkt hij geen frictie, maar in Turkije valt dat meer op. "Daar ben je een goede Koerd, omdat je niet van de PKK bent." Een twijfelachtig compliment: veel Koerden steunen de PKK juist."
En ondanks de goede relaties met Turkse-Nederlanders, voelt hij zich in Nederland meer verbonden met de Koerden: zijn beste vrienden komen uit Iraans- en Iraaks-Koerdisch gebied. "Wij voelen ons verbonden, de Koerdische dialecten lijken ook sterk op elkaar. De tradities lijken op elkaar. Er zijn verschillen, maar uiteindelijk maken we deel uit van hetzelfde volk."
Rosh groeide op in een Syrië waar de Koerden stateloos waren. "Als je gewoon zegt dat ze er niet zijn dan heb je ook geen problemen, moet de regering gedacht hebben", zegt hij. "We waren niet officieel Syrisch maar mochten ook het Koerdische Nieuwjaar niet vieren op 21 maart. Als je die dag niet op school was geweest, werd je de dag erna gewoon in elkaar geslagen. Die school was het land in het klein."
Straf stond er ook op het spreken van Koerdisch. Alles werd gearabiseerd. "De steden hadden een Koerdische naam en een Arabische. Die had niets te maken had met de oorspronkelijke naam." Rosh heeft een tijdje vastgezeten, maar waarom weet hij niet. "Waarschijnlijk omdat mijn familie vol kritische denkers zat", zegt hij. "Ik weet vooral dat ik dat niet nog een keer wilde meemaken." Hij sloeg uiteindelijk alleen op de vlucht. Toen was hij 17.
Nu bestaat er een Syrisch-Koerdistan: Rojava. Dit gebied werd in 2012 gesticht door onder andere de Koerdische YPG-militie. "Daar werken Koerden aan een nieuw bestaan. "De machtsverdeling is atypisch. "De deelgemeentes hebben er het meeste macht, de overheid het minste."
En ook is er gelijkheid. Voor vrouwen, voor minderheden. Volgens Rosh komt dat doordat er veel intellectuelen, ook uit Irakees Koerdistan, hebben meegebouwd aan het gebied. "Hier vieren we elk jaar Koerdisch Nieuwjaar. Zonder in elkaar geslagen te worden."
Columniste Beri Shalmashi schrijft veel over Iraaks-Koerdistan, maar komt er niet vandaan. Haar ouders sloegen in de jaren 80 op de vlucht vanuit Iran. Daar waren ze politiek actief. Haar moeder werd om die reden maandenlang gemarteld, toen ze zwanger van Beri was. "Er wonen in Iran miljoenen Koerden, maar het land zorgt er als een tweede Noord-Korea voor dat er bijna geen informatie over naar buiten komt", vertelt Beri.
De sjah, de vroegere door het Westen-gesteunde heerser, onderdrukte de Koerden. En ayatollah Khomeini, de leider van de Iraanse Revolutie, verbeterde dat niet. "De eerste mensen die in het nieuwe Iran geëxecuteerd werden, waren Koerden", zegt Beri. Iraanse Koerden zijn soennieten in een sjiitische republiek.
Beri werd geboren in Parijs, maar woonde daarna met haar ouders nog kort in Iraaks-Koerdistan, waar zij op de grens met Iran deelnamen aan het verzet tegen de ayatollahs. Beri was twee jaar toen het gezin vluchtte naar Nederland. Ze ging later alleen terug. "Ik vind Koerden weerbarstig, lief en onbevreesd. Kijk alleen al naar de Peshmerga. En in Iraaks-Koerdistan zie je overal Koerdische vlaggen. Ondenkbaar in Iran."
Ze maakte uiteindelijk een film over het gebied, omdat het "het dichtst bij mijn wortels kwam". Toch werkt ze nu vanuit het buitenland ook aan een film die over Iraans Koerdistan gaat, waar haar daadwerkelijke roots liggen. "Leven als Koerd in Iran is alsof je leeft tussen glazen muren. Mijn neefjes en nichtjes zijn allemaal hoogopgeleid, maar de banen zijn voor de sjiieten."