Drones speuren naar wiet op Limburgse landbouwgrond

Vanaf vandaag speuren drones de landbouwgrond in Limburg af, op zoek naar hennepplantages. In opdracht van de Limburgse land- en tuinbouworganisatie LLTB wordt de akkerbouw geregeld gecontroleerd.

Landbouwgrond met hoge gewassen is aantrekkelijk voor criminelen, omdat ze er stiekem hennepplantages kunnen beginnen. Vooral maïsvelden zijn vaak doelwit. Zodra het gewas te hoog wordt, kan de boer de grond namelijk zelf niet meer controleren.

Voorheen voerde de politie met helikopters zogeheten 'hennepvluchten' uit. In het eerste jaar dat die vluchten werden uitgevoerd, zo'n tien jaar geleden, werden er nog rond de 50.000 planten ontdekt. Nu zijn dat er nog maar een paar duizend per jaar.

Daarom zijn de prioriteiten van de politie verschoven. Die richt zich nu meer op de ontmanteling van drugslaboratoria en hennepplantages in woonhuizen.

Voor de agrariërs is het nog steeds van belang dat geen hennep in de maïs terechtkomt: "Het is op zijn zachtst gezegd niet bevorderlijk voor de veiligheid in het buitengebied en het hoort daar simpelweg niet thuis", zegt LLTB-voorzitter Léon Faassen.

De boeren nemen het heft nu in eigen handen. In mei werd de inzet van drones aangekondigd, en vandaag was de eerste vlucht. In totaal doen 200 boeren mee aan het project.

Verantwoordelijkheid

Bij de vondst van een hennepplantage, wordt de boer in principe aangemerkt als verdachte. De eigenaar van de grond is aansprakelijk voor de schade en het afvoeren van de wietplanten.

Als de boer actief meewerkt aan het opsporen van wiet, dan gaat de politie er coulanter mee om en wordt de boer niet direct als verdachte gezien.