Tv-geld is goudader van de clubs
De voetballerij is met de transfer van Neymar een nieuwe wereld binnengestapt. Zelfs torenhoge afkoopsommen in waterdichte contracten zijn geen belemmering meer om een speler weg te kopen. Is het ordinaire geldsmijterij of wordt er juist slim beleid gevoerd? In een serie gaat NOS.nl in op de achtergronden van deze transferperiode en de enorme bedragen die worden betaald. Vandaag deel twee: de invloed van tv-gelden.
Naast nieuw en 'vreemd' geld zijn ook de tv-rechten een oorzaak van de enorme transfersommen die worden betaald. Of beter gezegd: de bedragen die gemoeid zijn met voetbal op schermen en dat is tegenwoordig meer dan alleen een televisie.
Premier League
Zo keerde de Premier League onlangs nog 2,75 miljard euro uit aan de twintig clubs die afgelopen seizoen op het hoogste niveau speelden. Kampioen Chelsea kreeg het meeste: 169 miljoen. Die bedragen vloeien weer voort uit een deal met Sky Sports en BT Sport die voor drie jaar tv-rechten zo'n zeven miljard euro betalen.
Let wel: dat zijn alleen de competitierechten. Meedoen aan de Champions League levert een Engelse club nog eens zo'n zestig miljoen op. Dat kan bij een eventuele overwinning oplopen naar 110 miljoen euro.
In Duitsland gaat volgend seizoen een nieuw tv-contract in met een waarde van ruim vier miljard euro voor de hoogste twee Bundesliga's, een verdubbeling ten opzichte van de vorige verbintenis. Ter vergelijking: de Eredivisie NV sloot in 2012 een tienjarig contract met Fox voor een miljard.
Jan de Jong is directeur van de NOS en onderhandelt in die functie al jarenlang met bonden over sportrechten. Hij ziet de bedragen in de tv-markt almaar harder stijgen en het einde is nog lang niet in zicht, zo is zijn voorspelling.
"Eerst was voetbal alleen op publieke zenders. Dat was voor iedereen gratis, dus het vertegenwoordigde geen financiële waarde. Daarna kwam de commerciële televisie die met reclame aan de slag ging. Abonnee-tv was de volgende stap. Tegen betaling kon je sport zien. En die fase ontwikkelt zich nu door."
"Nu willen bedrijven zogeheten triple-play-abonnementen aan de man brengen: internet, telefonie en televisie. Met een pakket voetbalrechten sta je veel sterker in die markt. Zeker in Engeland."
En dan doet zich een gek fenomeen voor, volgens De Jong. De bedragen die over tafel gaan, zijn het eigenlijk niet waard. "Voetbalrechten versnellen de waarde van een bedrijf, zonder dat het geld er daadwerkelijk is. Het gaat misschien niet helemaal op, maar je zou het kunnen vergelijken met Tesla. Die produceren veel minder auto's dan Peugeot, maar zijn wel meer waard op de beurs."
Vooral het geld dat in Engeland over tafel gaat, baart de voetbalwereld zorgen. Financieel staan de Engelse clubs daardoor veel sterker dan in de rest van Europa. De Jong: "Neem de Champions League. Daarvoor wordt door Engelse zenders veel meer betaald. En daardoor krijgt een Engelse club meer dan Real Madrid."
Om die financiële ongelijkheid het hoofd te bieden worden in spelerscontracten hoge afkoopsommen opgenomen. Maar het afschrikwekkende effect daarvan is verdwenen na de transfer van Neymar. "Daarom moet je die apart parkeren van alle andere transfers. Dit is een nieuwe dimensie", zegt De Jong.
Meer concurrentie
In de toekomst zullen zich meer partijen gaan bemoeien met het binnenhalen van tv-rechten, zo weet De Jong. "Bedrijven als Amazon, Apple en Netflix volgen alles op de voet. Amazon heeft in de Verenigde Staten al aangekondigd ook met sportrechten aan de slag te gaan. Dan ontstaat er weer een nieuwe wereld."
"Netflix heeft nu vooral films, maar die markt is veel ingewikkelder dan bijvoorbeeld voetbal. Een competitie is er, de teams zijn er en het verhaal schrijft zichzelf. Voordat een film op het doek is... Dat is niet te vergelijken met een voetbalwedstrijd. Het enige obstakel is de technische infrastructuur. Nu lopen internetverbindingen bijvoorbeeld nog vast als er te veel wordt gekeken. Als die hobbel is genomen, gaat een nieuwe wereld open."