'In België gaat alles trager. Maar het komt uiteindelijk goed'
De lantaarnpalen van de snelweg vielen om. Op de belangrijkste snelweg van het land, die tussen Antwerpen en Brussel. De palen waren doorgeroest.
Het was een van de mijn eerste verhalen die ik als België-correspondent maakte. Zes jaar later zijn de meeste palen in de middenberm vernieuwd. Maar nog niet allemaal.
In België gaat alles trager. Het is de charme van het land. Ik ben van België gaan houden. Van zijn bier, zijn theaters, zijn boeken en musea. En van zijn altijd ruziënde Vlamingen, Walen en Brusselaars.
Want alles is politiek en ingewikkeld in België. In alles zit Vlaams-Waalse springstof. Noem het taalstrijd, noem het communautaire tegenstellingen, noem de Vlamingen tegen de Franstaligen: het duurt vaak jaren, zelfs tientallen jaren, om iets van de grond te krijgen. Als het al lukt.
Neem het nieuwe nationale stadion van België - een prestigeproject van Europese hoofdstad Brussel voor het Europees Kampioenschap in 2020. Het gaat er niet komen. Want het stadion staat precies op de taalgrens gepland. Vlamingen en Franstalige Brusselaars moeten er voor samenwerken. En dat lukt ze niet.
Na zes jaar correspondentschap voor de NOS en vier jaar voor Algemeen Dagblad, heb ik België vaak zien vastlopen. Alleen bij grote druk van buiten, komt er iets van de grond.
Neem de regeringsformatie van 2010/2011. Pas toen de internationale financiële markten het vertrouwen in België verloren en de rente voor de Belgische overheid pijlsnel opliep, kwamen de strijdende partijen tot een akkoord. Na 541 dagen formeren was België van de ondergang gered.
Of neem de inlichtingendiensten, de politie en het leger, de aanpak van radicalisering in Molenbeek. Pas na de aanslagen in Parijs en Brussel had de Belgische politiek er aandacht voor. Er kwamen miljarden voor anti-terreurmaatregelen, waardoor België nu net iets minder ver achterop hinkt dan in het verleden.
Hoop
In België gaat alles trager, maar toch komt het uiteindelijk zelfs in België goed.
Kijk naar de prachtige plantentuin in Meise. Tientallen jaren kreunden de kassen onder achterstallig onderhoud. Omdat de Vlamingen en Walen het oneens waren over het eigendom van de nationale plantentuin en wie voor het opknappen moest betalen. Ze zijn eruit: de plantentuin is Vlaams geworden. En dus is er geld om hem op te knappen.
Of kijk naar het conservatorium van Brussel. Een prachtig pand dat staat te verkrotten. Na vijftig jaar zijn de Vlamingen en Franstaligen het eens geworden over het onderhoud. Zodat deze zomer voor het eerst in 50 jaar de raamkozijnen geschilderd kunnen worden.