Weer minder inentingen, RIVM waarschuwt voor mazelenuitbraak

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gaat onderzoeken waarom steeds minder ouders hun kinderen laten inenten. Minister Schippers wil weten wat de mogelijk belemmerende factoren zijn.

Het RIVM maakte vandaag bekend dat de vaccinatiegraad voor de inentingen uit het Rijksvaccinatieprogramma voor het derde achtereenvolgende jaar licht is gedaald. In dat programma zijn vaccinaties opgenomen tegen onder meer difterie, kinkhoest, tetanus, polio en mazelen.

Het instituut waarschuwt dat als de daling doorzet vooral de kans op een uitbraak van mazelen toeneemt. Voor het eerst lieten vorig jaar ook minder meisjes zich inenten tegen baarmoederhalskanker: dat percentage daalde van 61 naar 53.

In een brief aan de Tweede Kamer wijst Schippers erop dat de vaccinatiegraad in Nederland hoog is vergeleken met andere landen. Met uitzondering van de inentingen tegen baarmoederhalskanker liggen de gemiddelde percentages in Nederland ruim boven de 90.

De minister wil een verklaring voor de teruggang. Eerder noemde het RIVM onder meer als oorzaken dat ziekten waartegen wordt gevaccineerd steeds meer buiten beeld raken en dat op internet allerlei 'non-informatie' staat. Met name hoogopgeleide ouders zouden steeds vaker kritisch zijn over het nut van preventieve prikken.

Noodzaak

Schippers wil dat het RIVM onderzoekt of de daling ook samenhangt met bepaalde maatschappelijke trends. Ze wil weten wat de beste manier is om "ongefundeerde angst voor vaccinaties en vermeende bijwerkingen" weg te nemen.

"Om de hele bevolking te beschermen tegen verschillende infectieziekten is het een noodzaak dat voldoende zuigelingen, kleuters en schoolkinderen de inentingen uit het Rijksvaccinatieprogramma krijgen", schrijft de minister.