Wie wil het nieuwe vriendje van Nederland in Europa zijn?
Voor Nederland wordt de EU het verbond van de wisselende contacten. Nu de Britten vertrekken, hebben we geen boezemvrienden meer. Daarom praat Nederland de komende dagen met de Oost-Europese landen Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije, en woensdag komen de Zweden, Finnen, Denen en de Baltische Staten langs.
"We hebben ons buitenlands beleid een tikje verwaarloosd", zegt een Brusselse diplomaat. Nederland kon in het verleden altijd leunen op de Britten om voorstellen tegen te houden.
Tegenhouden?
Stemmen in de Europese Unie is een ingewikkelde zaak. Met alleen hoofdrekenen kom je er niet (op deze site kun je een proefberekening maken).
Bij voorstellen waar een gewone meerderheid nodig is, blijft het eenvoudig. In de toekomst zijn er 14 in plaats van 15 landen nodig om een voorstel tegen te houden. Moeilijk wordt het bij voorstellen waar een gekwalificeerde meerderheid nodig is.
De regel is dat een voorstel kan worden tegengehouden als minimaal vier lidstaten tegen zijn, die in totaal 35 procent van de bevolking vertegenwoordigen.
Om een voorbeeld te geven. Nederland, Duitsland, Zweden, Ierland en Denemarken zijn tegen een bepaalde maatregel. Dat lijkt een grote groep landen, maar qua stemmen komen ze tekort. Het zijn genoeg landen, maar er woont maar 23,4 procent van de bevolking en dat is ruim tien procentpunt te weinig om een voorstel te kunnen blokkeren.
Het is bijvoorbeeld nog maar de vraag of Nederland zonder steun van de Britten belangrijke zaken zoals een ruimere Europese begroting, de regelzucht vanuit Brussel en meer geld voor EU-defensie tegen kan houden.
Herstel van de as
Ondertussen werken de Duitsers en Fransen aan herstel van de as Parijs-Berlijn en wordt de macht van de zuidelijke landen in de EU groter. Spanje en Italië kunnen met de steun van twee kleinere landen makkelijk voorstellen blokkeren.
Nederland moet dus op zoek naar nieuwe vrienden en hoopt met de Benelux toch een centrale rol te kunnen blijven spelen. De Belgen hebben traditioneel goede contacten met Parijs en Nederland kan redelijk overweg met Berlijn. Maar de Duitsers zijn ook het probleem aan het worden.
Bondskanselier Merkel wil samen met de Franse president Macron leiding gaan geven aan het nieuwe Europa. Al is het maar om te voorkomen dat oude sentimenten over het Duitsland dat andere landen z'n wil oplegt, weer de kop opsteken.
De angst in Nederland is dat Duitsland financieel te flexibel wordt om die Frans-Duitse as in stand te houden. Daarnaast is Nederland een handelsnatie terwijl Duitsland het veel meer van de industrie moet hebben en dat zorgt voor andere politieke afwegingen.
De gesprekken deze week zijn een soort hernieuwde kennismaking met Scandinavië, de Baltische Staten en het voormalige Oostblok. Mini-topjes met oude vrienden. Maar als we de stemmen optellen van alle landen met wie we praten dan is dat nog altijd niet genoeg om voorstellen tegen te houden.
Daar hebben we toch echt machtigere nieuwe vrienden in het zuiden voor nodig. Premier Rutte is daarom vrijdag al op bezoek geweest bij de Franse president Macron om kennis te maken.
Wat in ieder geval duidelijk is, is dat we het niet meer van één groot land moeten hebben en dat premier Mark Rutte op zoek moet naar wisselende contacten.