CPB: Noord-Europa moet mogelijk bijspringen in zuiden om euro te redden
Banken uit Noord-Europa zullen mogelijk moeten bijspringen in het zuiden van Europa om de euro te redden als de Europese Centrale Bank (ECB) niet langer extra geld pompt in de Europese economie. Daarvoor waarschuwt het Centraal Planbureau (CPB) in een rapport over de effecten van het stimuleringsbeleid van de ECB. "Meer risicodeling tussen de eurolanden kan nodig zijn om de muntunie te redden", schrijft het CPB in de publicatie 'Onderweg naar normaal monetair beleid'.
De ECB koopt sinds maart 2015 op grote schaal obligaties op, in een tempo van 60 tot 80 miljard euro per maand. Het schuldpapier wordt omgeruild in geld dat bedoeld is om de economie te stimuleren. In totaal is er al voor meer dan 1900 miljard euro opgekocht. Ook de rente is op nul gezet. Het beleid lijkt een positief effect te hebben op de economische groei, zegt het CPB.
Maar er is grote onzekerheid over wat er gebeurt als de ECB het opkoopbeleid afbouwt en de rente weer verhoogt. Naar verwachting gebeurt dat volgend jaar, en zal dat stapsgewijs uitgesmeerd worden over enkele maanden. Komend najaar zal de ECB de afbouw aankondigen, denken ECB-watchers.
Goede uitgangspositie
Als de bank het stimuleringsbeleid staakt, zal de rente stijgen en de groei afnemen, verwacht het CPB. Deze effecten zullen het grootst zijn in landen met gezonde banken, waaronder Nederland. Het zijn ook de landen die het meest hebben geprofiteerd van het ECB-beleid.
De goede uitgangspositie zorgt ervoor dat Nederland volgens het CPB in staat is de nadelige effecten op te vangen. De banken en de overheidsfinanciën zijn gezond, en voor pensioenfondsen en verzekeraars pakt een hogere rente juist voordelig uit.
Risicovol
Het meest risicovol is het afbouwen van het ECB-beleid voor landen met zwakke banken en een hoge overheidsschuld, die vooral in Zuid-Europa te vinden zijn. Mogelijk zullen sterke noordelijke landen een deel van dat risico op zich moeten nemen, om de muntunie te laten overleven.
Meer risicodeling is mogelijk door de bankenunie, waarmee al een begin is gemaakt, te voltooien. Daartoe moeten banken onder meer het noodfonds vullen en moet er een gezamenlijk Europees garantiestelsel voor spaarders worden opgezet.
In de bankenunie zijn banken op elkaar aangewezen als een van de leden in de problemen raakt in plaats van dat de overheid te hulp schiet en met belastinggeld banken redt. De redding deze week van het Spaanse Banco Popular door het eveneens Spaanse Banco Santander is daar een voorbeeld van. Volgens dit idee zou een bank in Noord-Europa ook moeten kunnen bijspringen om een bank in het zuiden overeind te houden.
Meer risicodeling kan ook leiden tot meer problemen, waarschuwt het CPB: het kan landen verleiden tot het nemen van te grote risico's,