Donorkinderen mogen dna van Karbaat laten onderzoeken
Er mag een dna-test worden uitgevoerd op in beslag genomen spullen van de voormalige spermadokter Jan Karbaat. Dat is besloten door de rechter, die wel voorwaarden stelt aan het onderzoek. Meer dan twintig donorkinderen willen zeker weten of ze met sperma van Karbaat verwekt zijn. Tanja Koopmans, moeder van een donorkind, is blij.
Het is nog niet zeker dat de resultaten van de dna-test gebruikt mogen worden om het met het dna van die kinderen te vergelijken. Daar moet een rechter in een bodemprocedure over besluiten. Tot die tijd blijven de resultaten geheim. Toch zijn de donorkinderen en hun moeders blij.
De rechter die vandaag besloot dat het dna van Karbaat getest mag worden, sluit niet uit dat artikel 7 van het VN-kinderrechtenverdrag ook van toepassing is op donorkinderen. In dat artikel is het recht op afstammingsinformatie geregeld.
Vruchtbaarheidskliniek
Karbaat overleed in april. Het vermoeden bestaat dat hij zijn eigen zaad gebruikte om tientallen vrouwen te bevruchten. Hij had een vruchtbaarheidskliniek in Barendrecht, en was daarvoor jarenlang directeur van het voormalige Zuiderziekenhuis in Rotterdam.
De spullen waar de rechtszaak vandaag om draait werden met toestemming van een rechter in beslag genomen. Het zijn onder meer een tandenborstel, een neustrimmer en een steunkous. De weduwe van Karbaat wilde niet dat er een dna-onderzoek komt. Volgens haar is zo'n onderzoek een inbreuk op de privacy van haar overleden man.
Vorige week werd bekend dat achttien donorkinderen vrijwel zeker biologische kinderen van Karbaat zijn. Dat onderzoek is gedaan met dna van een wettig kind van de arts die daar toestemming voor heeft gegeven. Een definitieve bevestiging is alleen mogelijk als er gebruik kan worden gemaakt van het dna van Karbaat zelf.