Meldpunt seksueel misbruik NOC*NSF apart onderzocht
Het onderzoek naar misbruik in de sport gaat over hoe vaak het gebeurt, hoe goed het meldingssysteem van het NOC*NSF werkt en hoe goed de communicatie over preventie is. "Maar vooral meldingen zijn belangrijk", zegt Klaas de Vries, de oud-minister die het onderzoek leidt.
Sinds 1998 heeft de NOC*NSF een eigen meldpunt, maar daar bleek geen onafhankelijk toezicht op. Maar heel weinig zaken werden uiteindelijk door een tuchtrechter behandeld. Daarom is er een apart deel van het onderzoek gericht op het functioneren van dit meldpunt.
Taboe
"Alleen als we het aantal gevallen van misbruik in de sport kunnen terugdringen, hebben we succes", zei De Vries bij de presentatie van de onderzoeksopzet. "Meldingen zijn van het grootste belang. Gelukkig zijn er steeds meer mensen die zich niet door een taboe laten bedreigen."
Om te kunnen ontdekken hoe vaak het voorkomt wordt een eerder onderzoek gebruikt. Daarin werden bijna 2000 Nederlanders ondervraagd. Een op de tien sporters onder de 18 jaar gaf aan wel eens te maken te hebben gehad met een vorm van seksuele intimidatie of misbruik.
Het onderzoek staat onder leiding van oud-minister De Vries en richt zich op alle topsport en amateursport. In Nederland zijn ongeveer 4,3 miljoen mensen lid van een sportclub.