Zeker 20 Koerden gedood bij Turkse aanvallen in Irak en Syrië
Turkse gevechtsvliegtuigen hebben afgelopen nacht Koerdische doelen aangevallen in het noorden van Irak en Syrië. In Syrië kwamen achttien leden van de Koerdische strijdgroep YPG om, meldt de organisatie. Een mediacentrum, een communicatiestation en militaire doelen werden geraakt.
De YPG-strijders vechten samen met de Syrische rebellen - en gesteund door de VS - tegen Islamitische Staat, onder meer in een offensief om Raqqa te heroveren op de jihadisten.
Turkije zegt dat de luchtaanvallen bedoeld waren om te verhinderen dat PKK-strijders wapens en explosieven vanuit Koerdische stellingen in Syrië en Irak naar Turkije smokkelen, om daar aanslagen te plegen. Ook houden radicale PKK-strijders zich volgens Ankara hier schuil voor het Turkse leger.
Sinjar
In Irak namen de Turkse vliegtuigen Koerdische doelen in de regio Sinjar onder vuur. Daarbij vielen voor zover bekend vijf doden.
In Sinjar kwamen de Koerden in 2014 in actie tegen IS, toen de jihadisten de jezidi-bevolking in deze regio aanvielen en dood en verderf zaaiden. De Koerden slaagden er met het Iraakse leger in IS te verjagen, en hebben zich nu in Sinjar gevestigd.
Turkije is daar bezorgd over, omdat Sinjar op slechts 115 kilometer van de Turkse grens ligt en in de ogen van Ankara een uitvalsbasis is voor de terroristische PKK. Turkije heeft de laatste maanden veel vaker Koerdische doelen in de buurlanden onder vuur genomen, maar niet eerder in Sinjar.
Laatste terrorist
Het Turkse leger zegt in een verklaring dat de operaties tegen de PKK, zowel in Turkije als over de grens, worden voortgezet tot "de laatste terrorist is uitgeschakeld".
De PKK wordt internationaal gezien als een terroristische organisatie.