Turkije doodt tientallen Koerdische rebellen
Bij gevechten tussen het Turkse leger en Koerdische rebellen zijn zeker 54 Koerden gedood. Dat meldt het Turkse staatspersbureau. Gisteren zei de Turkse president Erdogan dat de Koerdische strijders worden vernietigd.
De doden vielen bij gevechten in het zuidoosten van Turkije in Silopi en Cizre aan de grens met Syrië en Irak. In de twee steden werd maandag een avondlijk uitgaansverbod ingesteld in verband met de operatie tegen strijders van de PKK.
Volgens correspondent Lucas Waagmeester zijn het vooral gefrustreerde jongeren die zich in wijken en stadsdelen verschansen en gevechten aangaan met het leger. "Dit zijn niet PKK-stellingen in de bergen of in het grensgebied ver weg van iedereen, maar dit is echt in stedelijk gebied. Het is echt een stadsguerrilla", aldus Waagmeester. Ooggetuigen zeggen dat het leger in de strijd ook zwaardere wapens gebruikt dan eerder, vertelt Waagmeester.
Onafhankelijksstrijd
De PKK voert sinds 1984 een gewapende strijd voor meer autonomie. Meer dan 40.000 mensen zijn in de strijd omgekomen, voornamelijk Koerden. De afgelopen jaren hebben de naar schatting 15 miljoen Koerden in Turkije geleidelijk wat meer politieke en culturele rechten gekregen.
De laatste tijd zijn de verhoudingen sterk bekoeld en zijn er weer geregeld confrontaties tussen de PKK en het Turkse leger. Waagmeester verwacht dat het geweld nog even voortduurt. "De regering is niet van plan om de strijd te verminderen. Turkije heeft echt te maken met een open conflict in de steden in het zuidoosten en het Turkse leger vecht nu opnieuw tegen zijn eigen burgers, die zich gewapend stevig verzetten", aldus Waagmeester.