Nog nooit zó spannend: wie zijn de Franse kandidaten? En waar staan ze voor?
Hans Brom
Buitenlandredacteur
Hans Brom
Buitenlandredacteur
Niet eerder waren de Franse presidentsverkiezingen zo spannend en was de uitkomst zo onzeker. Vier kandidaten liggen in de peilingen zo dicht bij elkaar dat niet te zeggen is welke twee elkaar op 7 mei in de tweede ronde zullen treffen.
In Frankrijk zijn om 08.00 uur onder strenge veiligheidsmaatregelen de stembureaus geopend. De laatste stembureaus sluiten vanavond om 20.00 uur, daarna volgt een prognose van de uitslag.
Aanvankelijk leek het dat Marine Le Pen van het rechts-populistische Front National en de sociaal-liberale kandidaat Emmanuel Macron moeiteloos zouden doorstomen. En dan, zo wezen de peilingen uit, zou Macron glansrijk winnen.
Maar zo vanzelfsprekend is het allemaal niet meer.
Le Pen, Macron, Fillon en Mélenchon zitten volgens de laatste peilingen tussen de 19 en de 24 procent.
Omdat het aantal zwevende kiezers ongekend hoog is, is het volstrekt onduidelijk wie er naar de tweede ronde gaan. 20 tot 30 procent van de stemgerechtigden gaat mogelijk niet stemmen. Van de mensen die dat wel gaan doen, weet 30 procent nog niet op wie.
Wie zijn de kandidaten met de meeste kans op succes en waar staan ze voor? We zetten ze onder elkaar, samen met animaties van Nieuwsuur:
Emmanuel Macron (1977) begon de race naar het Élysée als buitenstaander, maar heeft volgens de peilingen een goeie kans om de volgende president van Frankrijk te worden. Hij doet mee op eigen kracht met de door hemzelf opgerichte partij En Marche! (ofwel: Vooruit!) en niet als kandidaat van een van de gevestigde partijen.
Sociaal-liberaal zou je hem kunnen noemen. Hij wil het vastgeroeste Frankrijk sociaal en economisch hervormen: pragmatisch en eerlijk, zoals hij zelf zegt. Hij is overtuigd pro-Europa, wil het bedrijfsleven de ruimte geven, maar tegelijkertijd de werknemer beschermen.
Macron is wat verdacht bij links, omdat hij uit de bankwereld komt en verdacht bij rechts, omdat hij onder de socialistische president Hollande minister van Economische Zaken was. Maar hij is de enige kandidaat in het belangrijke politieke middenveld.
Marine Le Pen (1968) zal volgens de laatste peilingen de tweede ronde halen. Maar volgens diezelfde peilingen zal ze dan niet de meerderheid van de stemmen krijgen.
Le Pen en haar partij Front National zitten op de uiterste rechterflank van het politieke spectrum. Een keiharde bestrijding van het terrorisme is een van haar belangrijkste punten. Ook is ze anti-immigratie en wil ze, zodra ze aan de macht komt, het Schengenverdrag opzeggen en de grenzen sluiten. Ze wil dat Frankrijk uit de Europese Unie en uit de euro stapt.
De afgelopen weken werd ze achtervolgd door justitie, die vermoedt dat haar partij heeft gesjoemeld met Europees geld. Door het Europees parlement betaalde medewerkers waren feitelijk aan de slag voor het Front National in Parijs. Maar in de peilingen lijkt de kwestie haar nauwelijks te raken.
François Fillon (1954) leek het presidentschap als kandidaat van Les Republicains in zijn zak te hebben. Totdat er berichten opdoken dat hij zijn vrouw en kinderen goed betaalde overheidsbanen had bezorgd, waar ze weinig of niets voor hoefden te doen. Fillon ontkende, maar in de peilingen zakte hij langzaam weg.
Van 2007 tot 2012 was Fillon premier onder president Sarkozy. Hij vervulde die rol op de achtergrond, wat dan ook de enige ruimte was die Sarkozy hem liet.
Fillons belangrijkste programmapunt is een radicale hervorming van de economie en de arbeidsmarkt. Het overheidsapparaat is veel te duur en daarbij ook veel te log, vindt hij. Hij wil dan ook het begrotingstekort terugdringen en een half miljoen overheidsbanen schrappen.
Als oprichter en kopstuk van de Parti de Gauche, de Partij van Links, zit Jean-Luc Mélenchon (1951) in de radicaal-linkse hoek en vist daarmee in vrijwel dezelfde vijver als de socialistische kandidaat Hamon. Zijn bekendheid en populariteit dankt hij vooral aan zijn optredens tijdens acties en demonstraties. Hij wil onder meer de pensioenleeftijd verlagen en het minimumloon verhogen. Verder wil hij de rijken meer belasting laten betalen en de overheidsuitgaven verhogen. Net als Le Pen is hij een protectionist die Frankrijk wil afschermen van de globalisering.
Mélenchon is een geboren redenaar en dwong tijdens de recente televisiedebatten respect af. Niet toevallig dat hij daarna steeg in de peilingen en zich voegde bij de koplopers Le Pen en Macron. Ook speelt hij een belangrijke rol als stoorzender voor de verwante Parti Socialiste, die hij vanaf de linkerzijde dreigt leeg te eten.
Het is daarom mogelijk dat hij de tweede ronde gaat halen.
Benoît Hamon (1967) is vrijwel kansloos, ook al vertegenwoordigt hij bij deze verkiezingen de ooit machtige Parti Socialiste (PS). Tot nog toe was dat vrijwel een garantie dat je de tweede ronde van de verkiezingen haalde. Maar de PS is na vijf jaar Hollande hopeloos impopulair en door interne strijd verscheurd.
Alleen al het feit dat Hollande zich niet opnieuw kandidaat stelde, betekent dat de partij zonder leider achterblijft. Het is Hamon niet gelukt dat gat op te vullen.
Hamon behoort tot de uiterste linkervleugel van de PS. Hij is voor een basisinkomen en wil bedrijven die robots gebruiken in hun productieproces extra belastingen opleggen.