'We zijn als wetenschappers te lang stil geweest'
In zo'n 600 steden over de hele wereld wordt vandaag gedemonstreerd om het belang van wetenschap te benadrukken. Het idee voor de zogeheten March for Science komt uit Amerika, waar de wetenschap steeds verder onder druk komt te staan sinds president Donald Trump aan de macht is. Later vandaag zullen wetenschappers in Washington, DC samen komen voor een groot protest.
Ook in Nederland wordt wetenschappelijk onderzoek steeds vaker weggezet als 'ook maar een mening', zegt Maarten Frens, hoogleraar systeemfysiologie aan de Erasmus Universiteit. Hij organiseert samen met andere wetenschappers daarom een zustermars in Amsterdam, tussen 12 en 4 uur vanmiddag op het Museumplein. "De druk op de wetenschap is in de vrije wereld nog nooit zo groot geweest."
Het idee achter de mars is om het belang van de wetenschap voor de maatschappij te benadrukken. Volgens Frens is dat ook in Nederland nodig. "Hier zijn ook politieke partijen die klimaatverandering ontkennen, en er zijn genoeg Nederlandse ouders die hun kinderen niet laten inenten." De mars heeft een eigen twitter-hashtag: #WhyImarch.
Wetenschap komt onder druk te staan.
Daarnaast willen de wetenschappers laten zien dat wetenschap ook leuk is, zegt Severine van Bommel van de Wageningen Universiteit. "Maar het is zeker wel een protest. We willen een politiek statement maken. Daarnaast willen we uitdragen hoe belangrijk wetenschap is en wat wetenschap kan doen voor de samenleving."
In Amerika staat het milieubureau EPA onder druk om klimaatdata te schrappen en om alle wetenschappelijke publicaties eerst voor te leggen aan het Witte Huis van Donald Trump. Zo ver gaat het in Nederland niet, zegt Van Bommel. Maar we moeten ons wel zorgen maken. "In Amerika is dat echt heel duidelijk. Daar bemoeien politici zich met de wetenschap als de resultaten ze niet aanstaan. Dat vinden we zeer zorgwekkend. We zien iets soortgelijks ook in Nederland. Net voor de verkiezingen is er een motie aangenomen waarin de politieke voorkeur van wetenschappers gevolgd zou mogen worden. Minister Bussemaker heeft gezegd dat ze dat niet gaat doen, maar we zien dat wel als een zorgwekkende ontwikkeling. Als politici zich inhoudelijk met wetenschap gaan bemoeien, dan zien we dat als een gevaar voor de democratie en de samenleving."
Van Bommel wil net als andere wetenschappers laten zien dat wetenschap midden in de samenleving staat en 'niet zomaar een mening is'. "We willen het gesprek aangaan met die critici. We zijn als wetenschappers al te lang stil geweest. Dit is het moment om onze stem te laten horen, zodat we niet over een paar jaar in een situatie zitten waarin we denken: 'hadden we maar wat gezegd en gedaan'. Door met z'n allen op het Museumplein te gaan staan, denken we dat we veel beter het gesprek met de critici aan kunnen gaan."