Dick Maas' memoires: liefdesbrief aan filmmaken, klaagzang over betutteling
Lambert Teuwissen
Redacteur
Lambert Teuwissen
Redacteur
Let goed op hoe je personages in het script noemt. Dick Maas had eens 'lelijke vrouw' staan in zijn draaiboek, en de actrice wilde spontaan niet meer naar de set komen toen ze werd opgeroepen. "Het kostte veel moeite haar te overtuigen", schrijft Maas in zijn boek dat vandaag gepresenteerd wordt. "Om dat kracht bij te zetten kreeg ze nog wat extra moedervlekken en wratten."
De regisseur van De Lift, Flodder en Sint schreef met Buurman, wat doet u nu? een doe-het-zelfcursus voor filmmakers, die ook te lezen is als Maas' memoires, een liefdesbrief aan filmmaken en een klaagzang over betutteling in ons land. "Filmen in Nederland, begin er niet aan", raadt Maas al aan in het voorwoord. "Je wordt veracht door de critici, gekleineerd door het Filmfonds en gefileerd door het publiek."
"Zelfs volhouders moeten doorzetten. Als je een film wilt maken, moet je uit een bepaald hout gesneden zijn", licht Maas toe in een interview. "Als je je al laat afschrikken door een voorwoord, kun je beter geen film maken", lacht hij.
In ruim 300 bladzijdes beschrijft Maas de grote en kleine frustraties van het filmvak, de valkuilen, de hoepels waar je doorheen moet springen.
Acteurs in Down gingen een scène ineens herschrijven. Bij opnames voor Prooi besloot Artis ter plekke dat er geen tralies in beeld mochten komen. Achtervolgingen in Amsterdamned werden levensgevaarlijk doordat de Britse stuntman niet gewend was aan het stuur links. Tatjana's borsten bleven maar boven het badschuim uitsteken in Flodder. "En het budget is altijd te laag."
Als ik een aanvraag doe, moet ik tien dvd's van mijn vorige werk inleveren. Dat heeft iets raars.
"Nederland is een klein taalgebied, dus je bent altijd van subsidie afhankelijk. Voor de films die ik maak, met een beetje spektakel en visuele effecten, is het geld eigenlijk niet meer bij elkaar te krijgen."
Maas begrijpt niet dat hij keer op keer weer moet bedelen bij het Filmfonds. "Het is het idee van gelijke monniken, gelijke kappen: als ik een aanvraag doe, moet ik tien dvd's van mijn vorige werk inleveren. Dat heeft iets raars. En dan word je beoordeeld door mensen waarvan ik denk: wat heb jij nou voor de film in Nederland gedaan? Dat vind ik zonde van de tijd."
Maas zet zijn punt kracht bij door met onverholen zelfgenoegzaamheid afwijzingsbrieven op te nemen voor films die later succesvol bleken. "De hoofdpersonen komen niet goed uit de verf", oordeelde het Filmfonds over Sint. Moordwijven "maakt een weinig oorspronkelijke indruk en de opvattingen van de makers over het komische gehalte worden door de commissie niet gedeeld".
"Het moet niet zo zijn dat je tegen Paul Verhoeven zegt: je moet nog eens naar die karakters kijken, want dat vinden we niks." Maas vindt dat met een aantal mensen gewoon niet inhoudelijk bemoeid moet worden. "Mensen die langdurig hebben laten zien dat ze met hun films een redelijk publiek bereiken."
De betutteling van een aantal filmmakers moet achterwege blijven. Dat scheelt zoveel gedoe.
Hij doelt op gerenommeerde regisseurs als Verhoeven, Ben Verbong en Jean van de Velde. "En daar reken ik mezelf ook toe. Worden het allemaal films waar geen hond naartoe gaat, dan moet het anders. Maar de betutteling van een aantal filmmakers moet achterwege blijven. Dat scheelt zoveel gedoe, ook bij het fonds."
Belangen
'Gedoe' ervaart Maas ook tijdens het draaien. Zo vaart hij uit tegen de Amsterdamse ambtenaar die opnames in de stad in goede banen moet leiden. Hij lijkt vooral op te komen voor de belangen van deelraden, buurtcomités en andere belangenverenigingen, schrijft Maas.
Zo moeten er tegenwoordig rijplaten komen om lichtmasten in het Vondelpark te plaatsen. Maar bij het afbreken was de opzichter minder strikt, "want dat ging sneller en de man wilde ook naar huis".
"We hebben al geen budget en dan worden we nog op kosten gejaagd ook door zo'n man. Dat kost me weer een paar visuele effecten", verzucht Maas. "Vroeger ging het heel anders. Tijdens Amsterdamned was er nog geen centraal aanspreekpunt. Ik ging praten met de waterpolitie, met de havendienst, we hebben zelfs bij de burgemeester aan tafel gezeten. Die overtuig je dan dat je een leuke film aan het maken bent. Tuurlijk, je moet wat onkosten vergoeden, maar het ging soepeler."
Tegenwoordig kan er nauwelijks meer op straat worden gedraaid, omdat dat zoveel geld kost, zegt Maas. "De Amerikanen die hier komen hebben een bak geld en dan kan opeens wel weer alles. Maar wij kunnen niet honderd mensen in die gele hesjes inhuren om een weg af te zetten."
Burgerlijk ongehoorzaam
Maas geeft toe dat hij wel eens burgerlijk ongehoorzaam is om een shot te maken. Even beelden maken met een Gopro in Artis, toch stiekem een drone laten opstijgen in het Vondelpark. Het begon destijds al toen de NS niet wilde meewerken aan de scène met een botsing tussen een trein en Opa Flodder. En dus filmde hij maar zonder toestemming bij het spoor. Ook legde hij eens het verkeer op een brug in New York stil om de ochtendspits na te bootsen.
Ik maak films als entertainment en daar moet een publiek voor zijn.
Het past in het beeld dat Maas van zichzelf neerzet als schelm die vecht tegen regeltjes en kortzichtigheid. Toch wil hij nadrukkelijk niet overkomen als een kunstenaar met een ontembare drang.
"Ik maak geen films voor mezelf. Het is geen therapie. Ik maak films als entertainment en daar moet een publiek voor zijn. Als dat er niet is, zou ik me afvragen of ik nog films moet maken. Dan is het een stuk makkelijker om een boek te schrijven."