Toeval in Stockholm: zo praat je over terreur, zo zit je er middenin
Vanuit het bekende restaurant Gondolen, gevestigd op de bovenste verdieping van een gebouw in het centrum van Stockholm, kijk ik donderdagavond uit over de Zweedse stad. Adembenemend. De zon gaat net onder. Het is al dagen mooi weer. De lucht kent vele tinten.
Stockholm is mooi, vredig. In dit restaurant sluit ik de dag af met Europese collega's die bij hun omroep verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun correspondenten en verslaggevers. Twee keer per jaar komen we een aantal dagen bij elkaar om ervaringen te delen en om tal van onderwerpen te bespreken met experts.
Vrijdag is onze laatste dag. Ik trap de dag af met een verhaal over onze voorbereidingen op een aanslag in Nederland. Opnieuw wordt door collega's en mij vastgesteld dat het wonderlijk blijft dat er in Nederland geen grote aanslag is geweest.
Ervaringen
De Belgische en Duitse collega's vertellen over hun ervaringen. Zaventem. De kerstmarkt in Berlijn. We praten met name over de veiligheid van onze eigen mensen. Verslaggevers, cameramensen, operators in satellietwagens: hoe opereer je in dit soort gevallen.
Steeds meer zien we aanslagen die niet op zichzelf staan. Op Zaventem ging het om een paar bommen. Wat te denken van Parijs? Bommen hier. Schutters daar. We bespreken het grote dilemma: aan de ene kant er zo snel mogelijk bij willen zijn om uit te zenden; aan de andere kant de verantwoordelijkheid voor de medewerkers.
Een Brit vertelt over de IRA-dagen. De IRA kende de drills van het Britse leger. Er ging een bom af, de Britten kwamen ernaartoe en de IRA kon van tevoren inschatten waar de commandopost opgezet zou worden. Daar lag de tweede bom die meer doden en gewonden veroorzaakte.
Sommige tactieken zijn niet nieuw. Vandaag de dag wordt dit vaak toegepast: een kleine bom gaat af en op het moment dat hulpverleners en publiek zijn toegestroomd om te helpen wordt de echte bom tot ontploffing gebracht. Ik heb het in Afghanistan ook meegemaakt in de periode dat ik nog reisde voor de NOS.
Ben jij nog in Stockholm?
’s Middags rond een uur of twee sluiten we af in het gebouw van de Zweedse radio. Met een paar mensen praten we na. Ik sta op het punt naar het vliegveld te gaan. Mijn Zweedse collega staat ineens op. Mompelt iets over een aanslag en vertrekt met de telefoon aan zijn oor. Ik kijk op mijn telefoon.
Collega Aniete Coelingh van de buitenlandredactie heeft een minuut daarvoor een berichtje via Whatsapp gestuurd: "Ben jij nog in Stockholm?" De plek van de aanslag is iets meer dan een kilometer bij het radiostation vandaan. In de winkelstraten zie ik steeds meer mensen met bezorgde en verontruste gezichten. Overal zijn sirenes te horen. Politiemensen staan op de hoeken van de straten. Blauw-witte linten zijn opgehangen.
Een jonge vrouw staat tegen een winkelruit aan. Twee gevulde tassen met designkleding en een hondje staan op de grond. Ze probeert te bellen. Ze huilt. Het netwerk is overbelast. Of platgelegd door de autoriteiten. Een peuterklas komt aanlopen. Twee aan twee, keurig hand in hand. Gele en groene hesjes. De begeleiders en kinderen huilen allemaal.
Feit en fictie
Hoe dichter ik nader hoe meer ik moet denken aan wat we vanochtend besproken hebben. Hier, op dit kruispunt, 100 meter bij de aanslag vandaan is de ideale plek voor een bom. Ik begrijp waarom de politie mensen maant naar huis te gaan. Ik loop een andere straat in. Drie SUV’s scheuren de hoek om. Militairen springen eruit en posteren zich op de hoeken van een aantal panden.
Het gerucht gaat dat er ergens is geschoten. Ik heb geen beschermende kleding aan en besluit weg te gaan. Je weet nooit of een gerucht waar blijkt te zijn.
Collega’s van de Zweedse radio zijn erg behulpzaam. Ik hoor van hen meer over wat er is voorgevallen. Zij worden continue op de hoogte gehouden. Het is fijn om feit en fictie van elkaar te kunnen scheiden. Ik ga naar de satellietwagen en doe gesprekken voor radio en televisie.
Collega Jeanet Schuurman schrijft op mijn Facebookpagina: "Die workshop had ineens niet alleen een theoriegedeelte….pffff."